Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Als er in plaats van het muziekstuknummer "— —"
streepjes gaan knipperen
De "— —" streepjes geven een onbespeeld bandgedeelte
aan. Druk op de= 0 terugspoeltoets om de band terug
te spoelen tot de "— —" streepjes stoppen met knipperen.
Vervolgens drukt u op de ) + vooruitspoeltoets om
het eind van de aansluitende bandopnamen op te zoeken.
Opnemen via een mikrofoon
1
2
MIC/LINE IN
MIC
LINE IN
3
MIC ATT
0dB
20dB
4
MANUAL
AUTO(AGC)
MIC LIMITER
5
SP
48kHz
44.1kHz
LP
Plaats een DAT cassette in de
houder en zoek het punt op waar
u wilt beginnen met opnemen.
Zet de MIC/LINE IN
ingangskeuzeschakelaar in de
MIC stand.
Zet de MIC ATT
mikrofoongevoeligheidskiezer in
de geschikte stand.
0 dB: Normale hoge gevoeligheid
20 dB: Lage gevoeligheid, voor luid
klinkende geluiden
Zet de MANUAL•MIC
LIMITER•AUTO (AGC)
opnameniveaukiezer in de AUTO
(AGC) stand.
De cassetterecorder stelt het
opnameniveau dan automatisch in.
Als u het opnameniveau handmatig
wilt instellen, zet u deze schakelaar in
de MANUAL of MIC LIMITER stand.
(Zie blz. 25.)
Kies de geschikte
bemonsteringsfrekwentie.
Stel voor standaard speelduur de
SP•LP schakelaar in op SP (de 48 kHz
of de 44.1 kHz stand).
Stel voor opnemen met lange
speelduur in op de LP (Long Play)
stand. (Zie blz. 26.)
NL
17
Opnemen
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
