De afstandsbediening gebruiken
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
V
Verkeerd gebruik van batterijen kan leiden tot
scheuren of lekken met brand, letsel of verontreini-
ging van nabijgelegen onderdelen als gevolg. Lees
en volg de voorzorgsmaatregelen op pagina 63.
o Richt de afstandsbediening bij gebruik op de ontvanger van de
afstandsbedieningssignalen op het hoofdapparaat, binnen een
afstand van 5 m. Plaats geen obstakels tussen het hoofdapparaat
en de afstandsbediening.
o De afstandsbediening kan dienst weigeren als de signaalont-
vanger voor de afstandsbediening op het apparaat wordt bloot-
gesteld aan direct zonlicht of ander fel licht. Verplaats in een
dergelijk geval het apparaat.
o Let op: het gebruik van deze afstandsbediening kan ook onbe-
doeld andere apparaten in werking stellen, die met infrarode
straling kunnen worden bediend.
Batterijen installeren
Verwijder de klep van de achterkant van de afstandsbediening en
plaats twee AAA-batterijen met de ¥/^-uiteinden in het vak,
zoals weergegeven. Plaats de klep weer terug.
Wanneer moeten de batterijen worden
vervangen
Als de vereiste afstand tussen de afstandsbediening en het hoofd-
apparaat kleiner wordt, of als het apparaat niet meer reageert op
de toetsen van de afstandsbediening, vervang dan beide batterijen
door nieuwe.
Verwijder de gebruikte batterijen volgens de instructies op de
behuizing of de lokale verordeningen.
72
Hoofdtelefoon aansluiten
V
VOORZICHTIG
Als u een hoofdtelefoon op heeft, mag u deze niet aansluiten of los-
koppelen. Ook mag u het apparaat niet in- of uitschakelen.
Hierdoor kunnen onverwachte luide geluiden ontstaan die uw
gehoor kunnen beschadigen.
Stel het volume altijd in op het minimum, alvorens een hoofdte-
lefoon op te zetten (de display moet "0" tonen bij instelling op
"STEP (0-100)" of "−∞ dB" bij instelling op "dB") (pagina 78).
Gewone hoofdtelefoon (niet gebalan-
ceerd aangedreven)
Stel bij gebruik van een ongebalanceerde hoofdtelefoon "HEADPHONES
6.3mm" in op "UNBALANCED" (pagina 85).
Sluit de hoofdtelefoon aan op de linker- en/of rechteruitgang.
o Als er op beide uitgangen een hoofdtelefoon wordt aangesloten,
gebruik dan hoofdtelefoons met dezelfde impedantie en het-
zelfde rendement.
o Bedenk dat als u twee hoofdtelefoons tegelijk gebruikt met ver-
schillende impedanties, u de geluidsvolumes niet afzonderlijk
kunt instellen.
Gebalanceerde hoofdtelefoon
Stel bij gebruik van een gebalanceerde hoofdtelefoon de juiste
"HEADPHONES"-instelling in op "BALANCED" of "ACTIVE GROUND"
(pagina 85).