Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
7 Bedrijf
7.1 Lasproces
NL - 16
GEVAAR
Verbrandingsgevaar
Bij laswerkzaamheden kan door lasspatten, gloeiende werkstukken of door
hete slakken vuur ontstaan.
• Werkgebied op brandhaarden controleren.
• Geschikte brandpreventiemiddelen op de arbeidsplaats ter beschikking
stellen.
• Werkstukken na het lassen laten afkoelen.
• Voor laswerkzaamheden de massatang correct aan het werkstuk of de
lastafel bevestigen.
WAARSCHUWING
Letsel aan de ogen
De door het lassen opgewekte vlamboog kan ogen beschadigen.
• Veiligheidskleding en oogbescherming dragen.
AANWIJZING
• De bediening van de laspistolen is uitsluitend voorbehouden aan
vakmensen.
• Daar de laspistolen slechts één onderdeel zijn van een lassysteem, moet
u tijdens het gebruik de gebruiksaanwijzingen van alle lastechnische
componenten bijv. lastoorts en lasstroombron in acht nemen.
• Zorg ervoor dat alle voor het MIG/MAG lassen noodzakelijke
parameters volgens de lasopdracht op de stroombron ingesteld zijn.
1 Gasfles met beschermgas openen.
2 Stroombron inschakelen.
3 Lasparameters instellen.
4 Lasstart
AANWIJZING
• Slangenpakketten met PVC slangen gaan lekken aan de klemstukken,
wanneer de teruglooptemperatuur overschreden wordt. Zorg ervoor dat
de teruglooptemperatuur van 60°C niet overschreden wordt.
MT/AUT/AUT RAB
Advertenties
Inhoudsopgave
