Als de printer niet wordt opgestart en zichzelf niet gereed verklaart en het front panel niet reageert, belt u uw
ondersteuningsvertegenwoordiger en beschrijft u de status van deze drie leds.
Problemen met inschakelen
De printer heeft drie statuslampjes (leds) naast het voedingspaneel die de opstartstatus aangeven.
Op basis van deze leds kunnen ondersteuningsmedewerkers op afstand mogelijke onderliggende oorzaken
begrijpen als de printer niet wordt ingeschakeld.
De leds zijn verticaal gerangschikt.
Als de printer niet wordt ingeschakeld en het front panel leeg is, belt u uw ondersteuningsvertegenwoordiger en
beschrijft u de status van deze drie leds.
Problemen met agents oplossen
1.
Controleer of de agent geschikt is voor uw printer.
2.
Gebruik de juiste procedure voor het vervangen van agents via het front panel.
3.
Controleer of de sleuf van de agent vrij is van obstakels.
4.
Controleer of de agent van het juiste type is.
5.
Controleer of de agent in de juiste richting is geplaatst (vergelijk dit met een andere agent).
6.
Zorg ervoor dat u de agent correct en volledig hebt geplaatst en dat deze is vergrendeld. U moet een
klikgeluid horen.
7.
Bel uw ondersteuningsvertegenwoordiger als het probleem blijft bestaan.
Problemen met materiaalcartridges oplossen
1.
Controleer of de cartridge geschikt is voor uw printer.
2.
Controleer of de cartridge het juiste type materiaal bevat en of het sleuftype overeenkomt (nieuw of
herbruikbaar materiaal).
NLWW
Problemen met inschakelen
65