15 De printer verplaatsen of opslaan
BELANGRIJK:
contact opnemen met uw leverancier. De printer heeft gevoelige onderdelen die beschadigd kunnen worden
tijdens vervoer. Daarom hebt u hiervoor speciale hulpmiddelen nodig.
Verplaats de printer niet – om welke reden dan ook – zonder service-ondersteuning. Extra
voorzorgsmaatregelen voor het inpakken en kalibraties bij het installeren zijn vereist voor aanzienlijke
verplaatsingen van de printer.
Voordat u de printer uitschakelt, moet u controleren of de afdrukwagen op de normale positie staat. Voer
vervolgens de procedure voor uitschakelen uit.
Als u de printer voor een langere periode (langer dan een weekend) wilt opslaan, reinigt u deze en controleert u
of er geen materiaal in de printer is achtergebleven. Zie
De printer moet worden opgeslagen bij een temperatuur van ‑20 °C tot +50°C en een luchtvochtigheidsgraad
van minder dan 90% (zonder condensatie).
Als de printer is verzonden, moeten agentcartridges en printkoppen mogelijk maximaal 24 uur wennen aan de
bedrijfstemperatuur, afhankelijk van vorige en huidige temperaturen.
NLWW
Als de printer naar een andere locatie of ruimte moet worden verplaatst, moet u voor hulp
Het afdrukgebied reinigen op pagina
75.
121