5.
Plaats het nieuwe filter in de sleuf.
6.
Sluit de klep en vergrendel deze.
7.
Sluit de toegangsdeur.
8.
Controleer of de status-led naast het filter nu uit is.
9.
Sluit de deur naar de agents.
10.
Tik op Finish and check (Voltooien en controleren) en op OK op het front panel.
11.
Verwijder het oude filter conform plaatselijke voorschriften.
Het luchtuitlaatfilter vervangen
Wanneer het luchtuitlaatfilter moet worden vervangen, wordt dit aangegeven op het front panel. Volg de
instructies op het front panel.
98
Hoofdstuk 14 Onderhoud
NLWW