Algemeen
Veiligheid
Het laadapparaat is met de volgende veiligheidssystemen uitgerust:
-
-
-
Gebruik volgens
De laadapparaten zijn afhankelijk van het type uitsluitend voor het laden van de volgen-
de bedoeling
de typen accu's bestemd.
Accutype „Nat",
Accu's met vloeibare (Pb, Ca, Ca zilver) of gebonden (AGM, Gel, MF, vlies) elektrolyt,
dat voor start- of tractiedoeleinden wordt toegepast.
Accutype „Gel":
Accu's met vloeibaar (Pb, Ca, Ca zilver) of gebonden (AGM, Gel, MF, vlies) elektrolyt,
die voor stand-by-doeleinden (bijv. noodstroominstallaties) of bij omgevingstemperaturen
van > 35 °C (95 °F) worden toegepast.
Belangrijk! Het laden van niet opnieuw oplaadbare accu's (droge accu's, primaire
elementen, enzovoort) is verboden.
Gebruikte sym-
bolen
WAARSCHUWING! Gevaar van lichamelijk letsel en materiële schade door
losse, draaiende onderdelen. Bij werkzaamheden in de motorruimte van de
auto moet erop worden gelet, dat handen, haar, kledingstukken en laadkabels
niet met draaiende onderdelen zoals V-riemen, koelventilatoren, enz. in
aanraking kunnen komen.
VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade en slechte laadresultaten bij
onjuist ingestelde functie. Functie altijd overeenkomstig het te laden accutype
instellen.
Elektronische beveiliging tegen kortsluiting:
Een zoemend geluid duidt de kortsluiting in de laadklemmen en -kabels aan
Beveiliging tegen thermische overbelasting
Beveiliging tegen het ompolen van de laadklemmen:
Door een smeltzekering wordt schade door ompolen voorkomen
Laadapparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen
Laadapparaat op het elektriciteitsnet aansluiten
1