Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Fronius Acctiva Professional Flash Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor Acctiva Professional Flash:

Advertenties

Operating
Instructions
Acctiva Professional Flash
UCN US / CN 充电器
NL
Bedieningshandleiding
42,0426,0199,NL
008-22062022

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Fronius Acctiva Professional Flash

  • Pagina 1 Operating Instructions Acctiva Professional Flash UCN US / CN 充电器 Bedieningshandleiding 42,0426,0199,NL 008-22062022...
  • Pagina 3: Veiligheidsvoorschriften

    Veiligheidsvoorschriften Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg hebben.
  • Pagina 4 Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële veiligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of mis- bruik levert echter potentieel gevaar op voor het leven van de gebruiker of dat van derden, het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker, de efficiëntie van het werken met het apparaat.
  • Pagina 5 Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener- giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden. Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van: aansluitbeperkingen eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk zie de technische gegevens In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of...
  • Pagina 6 Algemene aan- Accu’s beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging. wijzingen voor de Geladen accu’s in een koele ruimte opslaan. Bij ca. +2 °C (35.6 °F) vindt de omgang met ac- minste zelfontlading plaats. cu’s Volgens de instructies van de accufabrikant of met minstens één wekelijkse visuele controle nagaan of de accu tot het MAX-merkteken met zuur (elek- trolyt) is gevuld.
  • Pagina 7 Apparaten van emissieklasse B: voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet. EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens. EMV-maatrege- In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar- den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie- locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
  • Pagina 8 Een veiligheidscontrole mag alleen door een hiervoor bevoegde elektromonteur worden uitgevoerd na het aanbrengen van wijzigingen, na installatie of ombouw, na het uitvoeren van reparaties en onderhoud, na een periode van maximaal twaalf maanden. Voor de veiligheidscontrole dient u zich aan de geldende nationale en internatio- nale normen en richtlijnen te houden.
  • Pagina 9 Algemeen Veiligheid GEVAAR! Gevaar van lichamelijk letsel en materiële schade door losse, draaiende voer- tuigonderdelen. Bij werkzaamheden in de motorruimte van de auto moet erop worden gelet dat handen, haar, kledingstukken en laadkabels niet met draaiende onderdelen (zoals V-riemen, koelventilatoren, enz.) in aanraking kunnen komen. VOORZICHTIG! Kans op materiële schade en slechte laadresultaten bij onjuist ingestelde func- tie.
  • Pagina 10 Uitvoering met hoofdschakelaar: apparaat op het net aansluiten hoofdschakelaar inschakelen Uitvoering zonder hoofdschakelaar: apparaat op het net aansluiten...
  • Pagina 11: Bedieningselementen En Aansluitingen

    Schroefaansluiting (-) laadklem sluitingen Afdekking USB-aansluiting (-) Laadklem - zwart (+) Laadklem - rood USB-aansluiting naar actualiseren van de firm- ware Meer informatie kunt u vinden op het internet onder http://www.fronius.com (4) (5) Voorzijde Bedieningspaneel Uitvoering met hoofdschakelaar Netvoedingskabel / -stekker Achterzijde...
  • Pagina 12 (10) Info-toets voor het instellen van de ge- wenste functie voor het opvragen van laadpara- meters tijdens het laadproces (11) Start/Stop-toets voor het onderbreken en weer starten van het laadproces (12) Insteltoets "Down" (13) Insteltoets "Up" (14) (13) (12) (11) (10) (14) Display...
  • Pagina 13: Montagemogelijkheden

    Montagemogelijkheden Optie randbe- Afhankelijk van de uitvoering van het laadapparaat kan bij uw lader een speciale scherming mon- beschermrand zijn meegeleverd. teren BELANGRIJK! Bij de optie Wandmontage moet de randbescherming worden ge- monteerd, aangezien de montageaccessoires zijn ontworpen voor een montage met randbescherming.
  • Pagina 14 Wandhouder met passende plug- gen, schroeven op een geschikte wand monteren Laadapparaat op de wandhouder plaatsen De onderzijde van het laadappa- raat moet vlak op de wandhouder rusten. Alleen bij permanente montage van het laadapparaat op de wand- houder: laadapparaat met twee meegele- verde schroeven (diameter 3,5 x 9,5 mm) op de wandhouder beves- tigen...
  • Pagina 15 Modi Beschikbare mo- Overzicht van de beschikbare modi. Belangrijke aanvullende informatie over de afzonderlijke modi kunt u in de vol- gende hoofdstukken vinden. Standaardlading Loodaccu's met vloeibaar elektrolyt (Pb, GEL, Ca, Ca Silber) Loodaccu's met gebonden elektrolyt (AGM, MF, Vlies) Refresh-lading Voor het reactiveren van loodaccu's met vloeibaar elektrolyt (Pb, GEL, Ca, Ca Silber)
  • Pagina 16 BELANGRIJK! Het succes van de Refresh-lading is afhankelijk van de sulfate- ringsgraad van de accu. OPMERKING! Refresh-lading mag uitsluitend worden toegepast indien: ▶ de accucapaciteit correct is ingesteld ▶ de Refresh-lading in een goed geventileerde ruimte plaatsvindt Modus User-la- Met de modus User-lading beschikt het laadapparaat over een extra laadmodus, ding waarin de laadparameters individueel kunnen worden gedefinieerd.
  • Pagina 17: Accu Laden

    Accu laden Laadproces star- VOORZICHTIG! Gevaar van materiële schade bij het laden van een defecte accu. Voor aanvang van het laadproces controleren of de te laden accu correct functio- neert. VOORZICHTIG! Bij het kiezen van Refresh-lading: Gevaar van beschadiging van de boordelek- tronica door de Refresh-lading.
  • Pagina 18 BELANGRIJK! Is de accuspanning < 1,0 V dan kan de accu niet automatisch worden herkend. Het laadproces moet handmatig worden gestart. Parameters tij- Tijdens het laadproces de Info-toets indrukken dens het laad- proces opvragen De actuele laadstroom wordt aangeduid: Bijv. huidige laad- stroom Door de Info-toets in te drukken worden de parameters in de volgende volgorde weergegeven:...
  • Pagina 19 (+) Laadklem op de pluspool van de accu aansluiten (-) Laadklem op de minpool van de accu of bij voertuigen met een boordnet op de carrosserie (of bijv. het motorblok) aansluiten Start/Stop-toets gedurende ca. 5 seconden ingedrukt houden Het opvragen of de laadklemmen correct zijn aangesloten wordt weergege- ven: de bevestiging dat de laadklemmen correct zijn aangesloten vindt plaats door het starten van het laadproces.
  • Pagina 20 OPMERKING! Tijdens het laden (Standaardlading, User-lading) kan door een verhoogd stroomverbruik de accuspanning afnemen (bijvoorbeeld door het inschakelen van extra stroomverbruikers). Om dit te compenseren, kan het laadapparaat de stroom tot de maximale laad- stroom verhogen (zie technische gegevens, eigen instellingen in het USER-menu). Laadproces on- Laadproces door het indrukken van de Start/Stop toets onderbreken derbreken /...
  • Pagina 21 De bovenste helft van het display wordt < STOP > weergegeven, in de onderste helft zijn de betreffende waarden te zien. Laadproces GEVAAR! beëindigen en accu loskoppe- Explosiegevaar als gevolg van vonkvorming bij het loskoppelen van de laadklem- men. Voor het loskoppelen van de laadklemmen het laadproces beëindigen en zo nodig voor voldoende ventilatie zorgen.
  • Pagina 22: Ondersteunende Werking

    Ondersteunende werking Ondersteunende werking starten Door het indrukken van de Info-toets de modus FSV/SPLY selecteren (+) Laadklem op de pluspool van de accu aansluiten (-) Laadklem op de minpool van de accu of bij voertuigen met een boordnet op de carrosserie (of bijv. het motorblok) aansluiten Het laadapparaat herkent de aangesloten accu, voert een zelftest uit en begint met de ondersteunende voeding.
  • Pagina 23 (+) Laadklem op de pluspool van de accu aansluiten (-) Laadklem op de minpool van de accu of bij voertuigen met een boordnet op de carrosserie (of bijv. het motorblok) aansluiten Start/Stop-toets gedurende ca. 5 seconden ingedrukt houden Het opvragen of de laadklemmen correct zijn aangesloten wordt weergege- ven: De bevestiging dat de laadklemmen correct zijn aangesloten vindt plaats door het starten van de ondersteunende werking.
  • Pagina 24 Door het indrukken van de Start/Stop-toets ondersteunende werking beëin- digen Door de Info-toets in te drukken worden de parameters in de volgende volgorde weergegeven: actuele laadstroom actuele accuspanning tot nu toe opgeslagen laadhoeveelheid (Ah) tot nu toe opgeslagen energie (Wh) Laadtijd tot nu toe (-) Laadklem van de accu losmaken (+) Laadklem van de accu losmaken...
  • Pagina 25 Stroomopname-controle Algemeen Met de modus Stroomopname-controle kunt u controleren of een accu geschikt is om te worden opgeladen. De stroomopname-controle verloopt als volgt: Automatische stroomopname-controle binnen 15 minuten; bij een positief resultaat schakelt het apparaat daarna automatisch over op de modus Stan- daardlading en begint het laden van de accu Bij een negatief resultaat verschijnt op het display van het apparaat de me- dedeling "Test Fail"...
  • Pagina 26 Het laadapparaat herkent de aangesloten accu, voert een zelftest uit en start de stroomopname-controle. Zelftest Bijv.: Stroomopname- controle Stroomopname- VOORZICHTIG! controle hand- matig starten Gevaar van ernstige materiële schade door onjuist aangesloten laadklemmen. De beveiliging tegen ompolen van de laadklemmen is niet actief bij het handma- tig starten van de stroomopname-controle.
  • Pagina 27 Door het indrukken van de Info-toets kunnen actuele laadparameters en opge- slagen testparameters worden opgeroepen: De bovenste helft van het display geeft d.m.v. op- eenvolgende balken de voorgang van het laadpro- ces weer De onderste helft van het display geeft de huidige Bijv.
  • Pagina 28 Door het indrukken van de Info-toets kunnen de volgende parameters worden opgeroepen: Bijv.: Accuspanning Bijv.: ingestelde accucapaciteit Bijv.: Lading-opnamecapaciteit van de accu in % Worden in deze toestand de laadklemmen van de accu losgemaakt, dan schakelt het apparaat terug naar het modus- keuzemenu.
  • Pagina 29 Set-upmenu Algemeen Het Setup menu biedt de mogelijkheid de basisinstellingen van het apparaat in overeenstemming met uw eigen wensen te brengen. Bovendien kunnen vaak be- nodigde laadinstellingen in het geheugen worden opgeslagen. GEVAAR! Onjuiste bediening kan ernstige materiële schade tot gevolg hebben. De beschreven functies mogen uitsluitend door geschoold personeel worden uit- gevoerd.
  • Pagina 30 EXIT SETUP Setup-menu verlaten Setup-menu bin- Toegang: Info toets ca. 5 sec. indrukken nen gaan Met behulp van de toetsen "up" of "down" het gewenste menu selecteren Door het indrukken van de Start/Stop toets het gewenste menu binnengaan BELANGRIJK! Wordt binnen 30 sec. geen keuze gemaakt, dan wordt het Setup menu automatisch verlaten.
  • Pagina 31 Start/Stop-toets indrukken Het display knippert. Met behulp van de insteltoetsen "Omhoog" en "Omlaag" de gewenste waar- de van de parameter instellen Voor het overnemen van de waarde de Start/Stop-toets indrukken Parameters in het menu USER U/I Maximale laadstroom (standaardlading) Instelbereik: zie Technische gegevens, in stappen van 0,5 A Hoofd-laadspanning (standaardlading) Instelbereik: 12,0 - 15,5 V, in stappen van 0,1 V...
  • Pagina 32 Hoofd-laadspanning (User-lading) Instelbereik: 12,0 - 15,5 V, in stappen van 0,1 V Spanning voor onderhoudslading (User-lading) Instelbereik: Off / 12,0 - 15,5 V, in stappen van 0,1 V BELANGRIJK! Als voor de onderhoudslading OFF is ingesteld, wordt er geen onderhoudslading uitgevoerd. Neemt de accuspanning echter tot onder 12 V af, dan wordt het laadproces gestart.
  • Pagina 33 Om het menu USER U/I te verlaten Menu PRESET - BELANGRIJK! Om beschadiging van de boordelektronica te voorkomen, kan de voorkeursinstel- modus Refresh-lading niet in het geheugen worden opgeslagen. lingen modus in- stellen Met behulp van de insteltoetsen "up" of "down" een van de volgende modi selecteren Preferred Setting Used Mode (fabrieksinstelling) Na het losmaken van de laadklemmen of de netka-...
  • Pagina 34 BELANGRIJK! Onafhankelijk van de opgeslagen voorkeursinstelling, is de keuze van een andere modus altijd mogelijk. Na het losmaken van de laadklemmen of de netkabel schakelt het apparaat automatisch terug naar de in het geheugen opgeslagen voorkeursinstelling. Menu CHAR- GING Cable - Gegevens laad- kabels instellen De kabellengte wordt weergegeven.
  • Pagina 35 Met behulp van de insteltoetsen "up" en "down" de gewenste kabeldiameter instellen Instelbereik: 4 - 6 - 10 - 16 - 25 - 35 - 50 mm² (AWG 10 t/m AWG 1) Voor het overnemen van de doorsnede van de laadkabels de Start/Stop toets indrukken Met behulp van de insteltoetsen "up"...
  • Pagina 36 BELANGRIJK! De vertragingstijd moet na elke lading opnieuw worden ingesteld. Bij het uitvallen van de stroom stopt het aftellen. Wordt de stroomtoevoer weer hersteld, dan wordt het aftellen hervat. Menu DEVICE VERSION - Ap- paraat gegevens weergeven Met behulp van de insteltoetsen "up" of "down" een van de volgende weerga- ven selecteren Firmware Weergave van de firmwareversie...
  • Pagina 37 Exit Om het menu DEVICE HISTORY te verlaten, de Start/Stop-toets indrukken...
  • Pagina 38: Storingsdiagnose En Storingen Opheffen

    Storingsdiagnose en storingen opheffen Storingsdiagno- Laadklemmen verwisseld se en storingen opheffen Oorzaak Laadklemmen omgepoold aangesloten Opheffen Laadklemmen correct aansluiten Laadklemmen kortgesloten Oorzaak Kortsluiting met de laadklem Opheffen Kortsluiting met de laadklem opheffen Oorzaak Geen accu herkend Opheffen Aansluiting laadklemmen controleren, Start/Stop toets 5 sec.
  • Pagina 39 Oorzaak Ventilator geblokkeerd Opheffen Luchtinlaat controleren, zo nodig vreemde voorwerpen verwijderen Oorzaak Ventilator defect Opheffen Leverancier raadplegen Zekering defect Oorzaak Secundaire zekering defect Opheffen Leverancier raadplegen Laadapparaat defect Oorzaak Laadapparaat defect Opheffen Leverancier raadplegen Geen aanduiding op het display Oorzaak Netspanning onderbroken Opheffen Netspanning herstellen...
  • Pagina 40: Gebruikte Symbolen Op Het Apparaat

    Gebruikte symbolen op het apparaat Waarschuwingen Voor het laden de bedieningshandleiding lezen. op het apparaat Laadkabels correct aansluiten: (+) rood (-) zwart Tijdens het laden ontstaat er knalgas bij de accu. Explosiegevaar! Tijdens het gebruik warmt het apparaat op. Voordat u de laadkabel van de accu losmaakt, dient u het laadproces te onderbreken.
  • Pagina 41: Technische Gegevens

    Acctiva Professi- Netspanning (+/- 15%) onal Flash, Acctiva Professional Flash 230 V AC, 50/60 Hz Acctiva Professi- Acctiva Professional Flash AUS 240 V AC, 50/60 Hz onal Flash AUS, Acctiva Professional Flash JP 100 V AC, 50/60 Hz Acctiva Professi-...

Inhoudsopgave