Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften Algemeen Beoogd gebruik Omgevingsvoorwaarden Netaansluiting Gevaren door net- en laadstroom Gevaar door zuren, gassen en dampen Algemene aanwijzingen voor de omgang met accu’s Bescherming van uzelf en derden Veiligheidsmaatregelen bij normaal gebruik EMV-apparaatclassificaties EMV-maatregelen Gegevensbescherming Onderhoud Reparatie en herstel Verplichtingen van de gebruiker Veiligheidscontrole Aanduidingen op het apparaat...
Veiligheidsvoorschriften Algemeen Het apparaat is volgens de laatste stand van de techniek conform de officiële vei- ligheidseisen vervaardigd. Onjuiste bediening of misbruik levert echter gevaar op voor het leven van de gebruiker of dat van derden; het apparaat en andere bezittingen van de gebruiker; het efficiënt werken met het apparaat.
Netaansluiting Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener- giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden. Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van: aansluitbeperkingen eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk zie de technische gegevens In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of...
Accuzuur mag in geen geval in de ogen, op de huid of op de kleding komen. Vei- ligheidsbril en geschikte veiligheidskleding dragen. Spoel druppels accuzuur di- rect en grondig met schoon water weg. Raadpleeg in geval van nood een arts. Algemene aan- Accu’s beschermen tegen vuil en mechanische beschadiging.
Apparaten van emissieklasse B: voldoen aan de emissievereisten voor woon- en industriegebieden. Dit geldt ook voor woongebieden waar de energievoorziening is gebaseerd op het openbare laagspanningsnet. EMV-apparaatclassificatie volgens kenplaatje of technische gegevens. EMV-maatrege- In uitzonderlijke gevallen kan er, ondanks het naleven van de emissiegrenswaar- den, sprake zijn van beïnvloeding van het geëigende gebruiksgebied (bijvoorbeeld als zich op de installatielocatie gevoelige apparatuur bevindt of als de installatie- locatie is gelegen in de nabijheid van radio- of televisieontvangers).
Een veiligheidscontrole mag alleen door een hiervoor bevoegde elektromonteur worden uitgevoerd na het aanbrengen van wijzigingen, na installatie of ombouw, na het uitvoeren van reparaties en onderhoud, na een periode van maximaal twaalf maanden. Voor de veiligheidscontrole dient u zich aan de geldende nationale en internatio- nale normen en richtlijnen te houden.
Algemene informatie Verklaring veilig- WAARSCHUWING! heidsaanwijzin- Duidt op een onmiddellijk dreigend gevaar. ▶ Wanneer dit gevaar niet wordt vermeden, heeft dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg. GEVAAR! Duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie. ▶ Wanneer deze situatie niet wordt vermeden, kan dit de dood of zwaar licha- melijk letsel tot gevolg hebben.
Netaansluiting GEVAAR! Gevaar door elektrische stroom. Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn. ▶ Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet. ▶ Beveilig alle betrokken apparaten en componenten tegen opnieuw inschake- len.
Pagina 12
Interrompere sempre la carica prima di scollegare il cavo di carica! Gas esplosivi. Evitare fiamme libere e scintille. Predisporre una ventilazione adeguata durante la carica! 42,0409,0419 Selectiva xxxx Part No.: 4,010,xxx www.fronius.com Ser.No.: xxxxxxxx xxxxxxxx 3~ NPE xxxV 50/60Hz AC nom. DC nom.
Waarschuwingen GEVAAR! binnenin het ap- paraat Gevaar door elektrische stroom. Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn. ▶ De behuizing mag uitsluitend worden geopend door servicemedewerkers die door de fabrikant zijn opgeleid. ▶ Schakel voor aanvang van de werkzaamheden alle betrokken apparaten en componenten uit en ontkoppel ze van het elektriciteitsnet.
Vereisten voor GEVAAR! de installatielo- catie Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten. Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn. ▶ Stel alle systeemcomponenten daarom stabiel op. Controleer bij gebruik van vloer- of muursteun continu of alle bevestigingselementen goed vastzitten. ▶...
Gevaar door omvallende of naar beneden vallende apparaten. Dit kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen. ▶ Controleren of alle schroefverbindingen goed vastzitten. ▶ Alleen gebruiken met het laadapparaat Selectiva 8/16 kW van Fronius. ▶ Het apparaat horizontaal monteren.
Pagina 16
8 kW (400 V) mm (in.) 193 (7.6) 633 (24.92) 180 (7.09) (.51) 595,5 (23.44) 179 (7.05)
Pagina 17
8 kW 220 V mm (in.) 267 (10.51) 647 (25.47) 247 (9.72) (.79) 241 (9.49) 585 (23.03) 16 kW 400 V mm (in.) 267 (10.51) 647 (25.47) 247 (9.72) (.79) 241 (9.49) 585 (23.03)
Pagina 18
mm (in.) 500 (19.69) 492 (19.37) 450 (17.72) 400 (15.75) 300 (11.81) 200 (7.87) (.33) 20 (.79) 7 (.28) (.24) (.79) 342 (13.46) (.24) 418 (16.46) 494 (19.45) Boorpatroon Gewicht van muursteun: 8 kW 400 V: 1,8 kg (3.97 lb.) 8 kW 220 V: 3,15 kg (6.49 lb.) 16 kW 400 V: 3,15 kg (6.49 lb.)
Correct leggen GEVAAR! van net-/laadka- bels Gevaar door rondslingerende laadkabels. Dit kan ernstig letsel en schade aan eigendommen veroorzaken. Personen kun- nen aan losgetrokken kabels blijven hangen of erover struikelen. ▶ Leg laadkabels dusdanig dat niemand erover kan struikelen of eraan kan blij- ven hangen.
Bedieningselementen en aansluitingen Bedieningsele- menten en aan- sluitingen Functie (10) USB-aansluiting (12) Tijdens het laden via de USB- stick ondersteunt de USB-aan- sluiting een apparaatupdate en het protocolleren van de laad- parameters. Er is een voedings- stroom van maximaal 0,5 A be- schikbaar.
Netkabel (10) Optionele LED-strip. Brandt afhankelijk van de laadstatus in de betreffende kleuren, in over- eenstemming met de in de paragraaf 'Bedieningspaneel' toegelichte lamp- jes. (11) Bedieningspaneel (12) CAN-aansluitpaneel Het aansluitpaneel is alleen bereikbaar als de aansluitplaat op de voorzij- de van het apparaat wordt verwijderd.
Pagina 22
Bevestigen van een menupunt of een instelling Weergave ‘Accu afgekoeld’ (blauw) Geeft een reeds afgekoelde, gebruiksklare accu aan Brandt continu: Na het laadeinde werd de ingestelde afkoeltijd of optio- neel de accutemperatuur bereikt. Knippert een keer per seconde: Daarnaast is de waterbijvulindicator geac- tiveerd.
Accu laden Laadproces GEVAAR! Gevaar door ontsnappend accuzuur of door explosies bij het laden van defecte accu's. Dit kan leiden tot ernstig letsel of schade aan eigendommen. ▶ Voordat met het laadproces wordt begonnen, moet u controleren of de te la- den accu goed functioneert.
Actuele laadstroom (A) Actuele laadspanning (V) De reeds ingevoerde lading (Ah) De accutemperatuur bij de optie 'Temperatuurgestuurd laden' De tijd (uu:mm) vanaf het starten van het laden Het accusymbool geeft de actuele laadtoestand weer. Hoe meer balkjes worden weergegeven, des te verder is het laadproces gevorderd. Zodra de accu volledig geladen is, wordt een minutenteller (afbeelding rechts) weergegeven.
Op de toets ‘Stop / Start’ drukken Bij onderbroken laadproces: Weergave ‘Laden’ knippert (geel) Ga als volgt te werk om door te gaan met het laadproces: Opnieuw op de toets ‘Stop / Start’ drukken Zolang het laadapparaat op een accu aangesloten is, kan het laadproces alleen met de toets ‘Stop / Start’...
Pagina 26
Koppel de accu conform de onder- staande instructies voor een optima- le levensduur pas van het acculaad- apparaat los als niet alleen het groe- ne lampje, maar ook het blauwe lampje 'Accu afgekoeld' brandt. Als er meerdere acculaadapparaten in gebruik zijn, koppelt u eerst de accu los die het langst opgeladen is (het meest is afgekoeld).
Weergave Overzicht van af- Functie leesmodi Standaardmodus In de standaardmodus geeft het display de laadparameters weer. Statistiekmodus De statistiekmodus geeft de status van de bedrijfstoestanden van het apparaat, het totaal aantal ladingen en een overzicht van de absoluut en gemiddeld per lading afgegeven Ah en opgenomen hoeveelheden energie weer.
Selectie van me- nu's Ga als volgt te werk om in de standaardmodus naar de menuselectie te schake- len: Druk de toets 'Menu' lang, ca. 5 seconden, in. Ga als volgt te werk om vanuit de overige modi naar de menuselectie te schake- len: Druk de toets 'Menu' kort in.
Pagina 29
Schakel met de toetsen 'Omhoog / Omlaag' tussen de pagina's van elk opge- slagen laadproces. Inhoud van het weergavevenster Startdatum van de lading, bijv.: donderdag, 19-06-2014 Starttijd van de lading, bijv.: 19:29 of laadduur, bijv.: 8 u 28 min. Spanning bij begin van de laadfase: bijv.: 45,9 V. Spanning na 5 minuten: bijv.: 47,9 V.
Pagina 30
Toetssymbool met kruis Het laden is beëindigd zonder dat de toets 'Pauze / Start' is gebruikt. Laaddetails Weergave van bepaalde accugegevens aan het begin en aan het einde van het laden: Aantal cellen Karakteristiek Accutype Configuratiemo- De configuratiemodus biedt de volgende instelmogelijkheden: 'Charging settings' (laadinstellingen): Instellingen voor accu Accutype, bijv.
Pagina 31
'Reset Settings' (Instellingen terugzetten) Met extra terugkoppeling ('OK?') om nogmaals te bevestigen. Vervolgens wordt de standaarddatum- en standaardtijdweergave en de soft- wareversie op het beeldscherm weer- gegeven. Met de toets 'Omhoog / Omlaag' kunt u de volgende informatie oproepen: Serienummer van apparaat en serienummer en versie van configuratiege- heugen.
Pagina 32
Als u een menuoptie selecteert, wordt er op het scherm mogelijk een bericht weergegeven dat aangeeft dat u de ge- bruiksaanwijzing moet raadplegen. Be- vestig het bericht door opnieuw op de toets 'Pauze / Start' te drukken. Ga als volgt te werk om in het configuratiemenu en de onderliggende menu's te navigeren: Selecteer met de toets 'Omhoog / Omlaag' de gewenste menuoptie.
Selecteer met de toetsen 'Omhoog / Omlaag' de gewenste parameter (bijv. 'Cells' (cellen)). Bevestig de parameter met de toets 'Pauze / Start'. Stel met de toets 'Omhoog / Omlaag' de gewenste waarde in (bijv. '24' voor het aantal accucellen). Bevestig de ingevoerde waarde met de toets 'Pauze / Start'. Als in de configuratiemodus een of meer relevante instellingen voor het laadpro- ces worden gewijzigd, dan wordt u bij het verlaten van de configuratiemodus nog eens gevraagd of de gekozen instelling moet worden vastgelegd.
Elektrolytcircu- Elektrolytcirculatie 'Air Pump' (niet be- latie schikbaar bij Selectiva-variant 220 V): De volgordebesturing van de elektro- lytcirculatie loopt via de besturing van het acculaadapparaat. Hiervoor staan meerdere keuzemogelijkheden ter be- schikking. Voor de elektrolytcirculatie kunnen de volgende instellingen worden geconfigu- reerd: 'Off' (Uit) Elektrolytcirculatie uitgeschakeld.
Temperatuurge- 'Temperature-controlled charging' (Temperatuurgestuurd laden): stuurd laden De volgende instellingen kunnen bij de selectie van temperatuurgestuurd laden worden geconfigureerd: 'automatic' (automatisch) / 'OFF' (UIT) / 'required' (vereist) 'automatic' (automatisch) ... Temperatuurafhankelijk aanpassen van laadka- rakteristiek. 'OFF' (UIT) ... De gemeten accutemperatuur wordt genegeerd. 'required' (vereist) ...
Vereffeningsla- 'Equalize charge' (vereffeningslading) ding Er volgt geen vereffeningslading. 'Delay' (vertraging) Als de accu tijdens de ingestelde 'equalize charge delay' (compensatiela- dingsgrens) op het acculaadapparaat aangesloten blijft, dan wordt op een speciale manier geladen. Op deze manier wordt laagvorming in het zuur voor- komen.
Na netvoedingsfout ('na netvoedingsfout') lading opnieuw starten automatisch / lading voortzetten Als de optie 'Lading opnieuw starten' is geselecteerd, wordt het laadproces na een storing van het stroomnetwerk automatisch opnieuw gestart zodra het stroomnetwerk weer beschikbaar is. Als de optie 'automatisch / lading voortzetten' is geselecteerd, wordt het laad- proces na een storing van het stroomnetwerk automatisch voortgezet zodra het stroomnetwerk weer beschikbaar is.
Pagina 38
Symbool voor karakteristiek 1: Tijdsperiode waarin moet worden gestart met karakteristiek 1 (bijv.: 0:00-6:00) Stop: Tijdsperiode waarin er geen accu mag worden geladen (bijv.: 06:00-20:00) Symbool voor karakteristiek 1: Tijdsperiode waarin moet worden gestart met karakteristiek 1 (bijv.: 20:00-24:00) OPMERKING! Lopende laadprocessen worden niet beïnvloed door de ingestelde tijdsperiode.
'Year setting' (Jaarconfiguratie): Er kunnen meerdere agendaperio- den (bijv. 1.1. - 7.1.) aan een week- configuratie worden toegewezen. Bij geactiveerde kalenderfunctie ver- schijnt een kalendersymbool (hier met het getal '4' als de huidige datum) in de weergave. Speciale ladin- 'Special charges' (speciale ladingen) Door 'special charges' (speciale ladin- gen) te selecteren, kunt u tijdelijk een of meer laadtypen uitvoeren die afwij-...
Speciale functie Speciale functie 'Opportunity Charge' (tussentijds bijladen): Tussentijds bijla- Om de werkingsduur van de accu te verlengen, kan bijv. tijdens een pauze de accu nageladen worden. De volgende curve-instellingen zijn mogelijk: Karakteristiek: Curve - bijv. 'RI - Pb-WET' (RI - Pb-NAT) Laadtijd: 'Charging time' (laadtijd) - bijv.
Extra functies Gedetailleerde informatie over de menuoptie 'Additional functions' (Extra func- ties) in de configuratiemodus. De navigatie verloopt zoals beschreven in de para- graaf 'Configuratiemodus'. Selecteer de menuoptie 'Additio- nal functions' (Extra functies). Er wordt een lijst met de volgende selectiemogelijkheden weergegeven: De afzonderlijke selecties worden hieronder beschreven: Instelling van blauw lampje 'Blue LED' (blauwe LED) Instelling van tijd (minuten) waarna het blauwe lampje 'Accu afgekoeld' moet...
Pagina 42
Normaal Start 'ON' (AAN): Na het sluiten van een externe schakelaar en als een accu wordt herkend, volgt een laadstart, of na het aansluiten van een laadstekker en bijgevolg het sluiten van het hulpcontact of nadat een accu wordt herkend, volgt een laadstart. Start 'OFF' (UIT): Na het aansluiten van een accu volgt een laadstart.
Pagina 43
'Charging' (Bezig met laden) 'Charge 50 %' (50% geladen) 'Charge 80 %' (80% geladen) 'Charge Finish' (Einde van de laadfase) 'Main Charge Finished' (Hoofdlading beëindigd) Signaal, wanneer hoofdlaadfase is beëindigd Laden niet klaar Signaal, wanneer de accu voortijdig van het laadapparaat losgekoppeld wordt 1 tot 10 seconden instelbaar 'Charge OK' (Laden OK) Accu wordt geladen of is al volledig geladen...
Normaal (conventionele externe lampjes) RGB (LED-strip) 'Remote control system' (Extern display) Voor het externe display kunt u het contrast instellen. 'At mains failure restart charging' (nieuwe laadstart na netvoedingsfout) Als deze optie is geselecteerd, wordt het laadproces na een storing van het stroomnetwerk automatisch opnieuw gestart zodra het stroomnetwerk weer be- schikbaar is.
Pagina 45
Laadkabel ('Charging cable'): Enkelvoudige lengte van laadkabel Kabeldoorsnede ('Cable cross section'): Doorsnede van laadkabel (mm²) AC-stroomlimiet ('AC current consumption'): Aanpassing van maximaal opgeno- men apparaatstroom aan de elek- trische installatie ter plaatse of aan de apparaatstekker die op het apparaat is geïnstalleerd. De minimale en maximale waarden verschillen bij de verschillende ap- paraatklassen.
De software I-SpoT VIEWER ondersteunt de visualisering en analyse van de ge- gevens op de USB-stick. De I-SPoT VIEWER-software is beschikbaar op het vol- gende internetadres:http://www.fronius.com/i-spot. USB-stick alleen insteken als er geen laadproces plaatsvindt of als het laadpro- ces is onderbroken.
Pagina 47
Het opslaan van meegeprotocolleerde gegevens gebeurt op dezelfde ma- nier als voor ‘download', echter niet in I-SPoT VIEWER formaat, maar als ‘csv’-bestanden (automatisch aangemaakte mapstructuur voor de ‘csv’-bestanden: * Fronius\<Serienummer apparaat>\Charges\<yyyymmdd> \<hhmmss.csv>) Gebeurtenissen opslaan Gebeurtenissen - zogenaamde events - worden op de USB-stick opgesla- gen.
‘Load configuration’ (configuratie laden) Hiermee wordt een op de USB-stick opgeslagen en geschikte apparaatconfi- guratie op het apparaat geladen ‘Load dealer text’ (dealertekst laden) Hiermee kunt u een tekstbestand vanaf de USB-stick laden. Het tekstbe- stand wordt weergegeven zodra er in het apparaat een fout optreedt. Het tekstbestand kan bijvoorbeeld de contactgegevens van de dealer bevatten.
Pagina 49
Statuscodes met externe oorzaak Oorzaak / oplossing (11) Netspanning controleren (12) Stroomnetwerk controleren (fase-uitval) (13) Externe temperatuursensor defect (14) Elektrolytcirculatie defect (drukschakelaar schakelt niet) (15) Geen bedieningsspanning herkend (16) Externe start-stop is niet gesloten. (17) Veelvuldig uitgelokte nullastspanning tijdens een lading (bijv. versleten laadcontacten) Statuscodes bij accufout Oorzaak / oplossing...
Pagina 50
Statuscodes bij een CAN-fout (accu) Oorzaak / oplossing (51) Accu reageert niet (52) Accugegevens zijn niet oproepbaar (53) Accuspanning wordt niet ondersteund (54) Communicatiefout (55) Accufout (56) Accu wordt niet geactiveerd (57) Tijdslimiet voor melding overschreden (58) Aanmelding mislukt Statuscodes bij een Gateway-fout Oorzaak / oplossing (101) Setting CAN Connect is actief en er kan minstens 2 minuten geen CAN- verbinding met de gateway worden opgebouwd.
Pagina 51
(214) Te veel vermogensverlies op het DC-pad. (215) TagID-vulpeilsensor is in de verkeerde cel gemonteerd of defect. (216) Crash van TagID-software Statuscodes bij fout in primair circuit Oorzaak / oplossing (500) Temperatuursensor module 1 (boven) defect (501) Temperatuursensor module 2 (onder) defect (502) Temperatuursensor printplaat defect (503) Primaire oververhitting (504) Ventilator geblokkeerd / defect...
Pagina 52
(527) Overstroom vermogensfasedeel (primair) (529) Geen secundaire communicatie (530) Geen primaire communicatie (531) Secundaire EEPROM defect (532) Fout in microcontroller (537) Spanningsmeting defect (570) Secundair relais kan niet worden ingeschakeld (571) ADC/SPI probleem Statuscodes bij een fout in de besturing Oorzaak / oplossing (540) Opslagparameter configuratie ontbreekt/defect (541) Geen secundaire communicatie...
Opties Veiligheid Als u een optie wilt aansluiten, moet u de behuizing deels openen. GEVAAR! Gevaar door elektrische schok. Zwaar letsel of overlijden kan het gevolg zijn. ▶ De behuizing mag uitsluitend worden geopend door servicemedewerkers die door de fabrikant zijn opgeleid. ▶...
Externe start/ De optie 'Externe start-stop' voorkomt vonken bij de laadstekker als deze tijdens stop het laadproces wordt losgekoppeld. Speciale contacten binnenin de laadstekker registreren een scheiding. Deze contacten zijn voorbarig vergeleken met de hoofdcontacten. Onmiddellijk wordt er een laadstop geactiveerd. Op deze manier slijten de hoofdcontacten niet en is meer bescherming tegen knalgasontstekin- gen gegarandeerd.
gegeven aansluitingen (1) t/m (5) worden als volgt gebruikt (hierbij wordt de aan- bevolen lampkleur aangeduid): Aansluiting Functie Kleur Voeding 12 V Accu is volledig geladen Groen Brandt: Accu wordt geladen Geel Knippert: Het laden werd onderbroken Er is een fout opgetreden (verzamelfout) Rood De accu is reeds afgekoeld en gebruiksklaar Blauw...
GEVAAR! Ondeskundig uitgevoerde werkzaamheden kunnen ernstig persoonlijk letsel en zware materiële schade veroorzaken. Alle aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door vakpersoneel worden uitge- voerd. Als voor de betreffende optie een installatiehandleiding of een bijlage be- schikbaar is, moeten alle daarin vermelde waarschuwingen en instructies worden opgevolgd.
Aquamatic Lading actief 50% geladen 80% geladen Einde van de laadfase Hoofdlading beëindigd Laden OK Laden niet klaar Signaal, wanneer de accu voortijdig van het acculaadapparaat losgekoppeld wordt Verzamelfout Verzamelfout + waarschuwing Meldlamp Wegrijblokkering 'ON' (AAN) Bijvulindicator Accu afgekoeld Externe luchtpomp (elektrolytcirculatie) Meer informatie over de configuratie van de uitgangen op de relaiskaart vindt u in de gebruiksaanwijzing van het acculaadapparaat: Hoofdstuk 'Extra functies in configuratiemodus' van de paragraaf...
Laadeinde De optie "Laadeinde" is bijvoorbeeld geschikt voor het aansturen van een meld- lamp. Na het volledig invullen van de geconfigureerde laadkarakteristiek wordt het betreffende relais automatisch geopend. Hoofdlading De optie "Hoofdlading beëindigd" is bijvoorbeeld geschikt voor het aansturen van beëindigd een meldlamp.
Muursteun De robuuste muursteun waarborgt een veilige montage op de plaats waar het ap- paraat wordt gebruikt. Gedetailleerde informatie is te vinden in de betreffende installatiehandleiding. Vloersteun De robuuste vloersteun waarborgt een veilige montage op de plaats waar het ap- paraat wordt gebruikt.
3~ NPE 220 V / 50/60 Hz Netspanning (-10% / +30%) 3~ PE 220 V / 50/60 Hz Optioneel: 32 A Netbeveiliging Minimale doorsnede van netvoedingskabel Selectiva 4120 4 mm² (0.0062 in.²) Selectiva 4140 / 4160 6 mm² (0.0093 in.²) Inschakelduur 100% EMV-apparaatklasse...
Pagina 61
Apparaatspecifieke gegevens Max. AC- Max. AC- Nominale Max. laad- Apparaat stroom vermogen spanning stroom 4120 3x220 28,5 A 9070 W 48 V 120 A 16kW mOhm 4140 3x220 29,6 A 9390 W 48 V 140 A 16 kW mOhm 4160 3x220 29,9 A 9.490 W 48 V...
Selectiva 8 kW GEVAAR! 400 V Gevaar door een elektrische schok door een aardlekstroom kan dodelijk zijn. Gebruik voor de netaansluiting uitsluitend een type B FI-beveiligingsschakelaar. 3~ NPE 400 V / 50/60 Hz Netspanning (-10% / +30%) 3~ PE 400 V / 50/60 Hz Optioneel: 16 A Netbeveiliging...
Pagina 63
Bij een hogere omgevingstemperatuur kan er vermogensvermindering op- treden (derating). Apparaatspecifieke gegevens Max. AC- Max. AC-ver- Nominale Max. laad- Apparaat stroom mogen spanning stroom 2100 8 kW 6,7 A 3860 W 24 V 100 A 2120 8 kW 7,8 A 4590 W 24 V 120 A...
Selectiva 16 kW GEVAAR! 400 V Gevaar door een elektrische schok door een aardlekstroom kan dodelijk zijn. Gebruik voor de netaansluiting uitsluitend een type B FI-beveiligingsschakelaar. 3~ NPE 400 V / 50/60 Hz Netspanning (-10% / +30%) 3~ PE 400 V / 50/60 Hz Optioneel: 32 A Netbeveiliging...
Pagina 65
Apparaatspecifieke gegevens Max. AC- Max. AC- Nominale Max. laad- Apparaat stroom vermogen spanning stroom 4210 (16 27,6 A 15.860 W 48 V 210 A mOhm 8120 (16 23,8 A 14.830 W 80 V 120 A mOhm 8140 (16 27,5 A 17.270 W 80 V 140 A...