Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Riello RS 130/M MZ Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudsvoorschriften pagina 77

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Aanhangsel - Toevoerdruk van het gas
C
NOTA
Om het vermogen bij benadering te kennen waarop de brander
werkt:
- Trek van de gasdruk aan het meetpunt 1)(Afb. 39) de druk in de
verbrandingskamer af.
- Zoek in de bij de brander behorende tabel, kolom 1, de druk-
waarde die het dichtst bij het resultaat van de aftrekking ligt.
- Lees aan de linkerkant het corresponderende vermogen af.
Voorbeeld met aardgas G 20 - RS 100/M
• Werking op maximum vermogen
• Gasring 2)(Afb. 15) afgesteld zoals in diagram (Afb. 16)
• Gasdruk op het gasmeetpunt 1)(Afb. 39)
• Druk in de verbrandingskamer
Een druk van 5,5 mbar, kolom 1, correspondeert in de tabel met
een vermogen van 900 kW.
Het betreft hier slechts een eerste schatting.
Het werkelijke vermogen wordt daarna gemeten op de gasmeter.
6460
= 8 mbar
= 2,5 mbar
8 - 2,5
= 5,5 mbar
D3734
NOTA
Om de gasdruk te kennen die nodig is aan het meetpunt 1)(Afb.
39), na het vaststellen van het MAXIMUM vermogen waarop de
brander moet werken:
- Zoek in de tabel die hoort bij de brander de waarde voor het ver-
mogen die het dichtst in de buurt ligt bij de gewenste waarde.
- Lees aan de rechterkant, kolom 1, de druk aan het meetpunt
1)(Afb. 39) af.
- Tel bij deze waarde de veronderstelde druk in de verbrandings-
kamer op.
Voorbeeld met aardgas G 20 - RS 100/M
• Gewenst maximum vermogen: 900 kW
• Gasring 2)(Afb. 15) afgesteld zoals in diagram (Afb. 16)
• Gasdruk bij een vermogen van 900 kW
• Druk in de verbrandingskamer
benodigde druk aan het meetpunt 1)(Fig. 39).
37
NL
= 5,5 mbar
= 2,5 mbar
5,5 + 2,5
= 8 mbar
Afb. 39

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave