Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud; Aantekeningen Over De Veiligheid Tijdens Het; Onderhoudsprogramma; Frequentie Van Het Onderhoud - Riello RS 130/M MZ Installatie-, Gebruiks- En Onderhoudsvoorschriften

Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Onderhoud

7
7.1
Aantekeningen over de veiligheid tijdens het onderhoud
Het periodieke onderhoud is essentieel voor de goede werking,
de veiligheid, het rendement en de bedrijfsduur van de brander.
Dankzij het onderhoud worden het verbruik en de vervuilende
uitstoten gereduceerd en blijft het product betrouwbaar door
de tijd heen.
De onderhoudswerkzaamheden en het ijken van de
brander moeten uitsluitend door gecertificeerd en
bevoegd personeel uitgevoerd worden, volgens de
uitleg in deze handleiding en conform de van kracht
GEVAAR
zijnde normen en wetsbepalingen.
7.2

Onderhoudsprogramma

Frequentie van het onderhoud

De gasverbrandingsinrichting moet tenminste eens per jaar
gecontroleerd worden door een technicus van de Fabrikant of
door een andere gespecialiseerde technicus.

Controle en schoonmaken

Verbranding
Analyseer de verbrandingsgassen. Als u een groot verschil
waarneemt t.o.v. een vorige controle, dan vergen deze ele-
menten extra aandacht bij het onderhoud.
Gaslekken
Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-
brander.
Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Vlamkijkvenster
Maak het glaasje van het vlamkijkvenster schoon (Afb. 37).
Afb. 37
6460
D709
26
Voordat u een onderhouds-, schoonmaak- of controlewerk-
zaamheid uitvoert:
onderbreek de stroomtoevoer naar de brander met
de hoofdschakelaar van de inrichting;
GEVAAR
sluit de stopkraan van de brandstof;
GEVAAR
Branderkop
Open de brander en controleer of alle onderdelen van de
branderkop als volgt zijn:
- onbeschadigd;
- niet vervormd door de hoge temperatuur;
- zonder onzuiverheden die van de omgeving komen;
- zonder corrosie van de betreffende materialen;
- correct geplaatst.
Zorg ervoor dat de uitgangsopeningen van het gas voor de
ontstekingsfase die zich in de verdeelinrichting van de bran-
derkop bevinden vrij van onzuiverheden of roest zijn.
Demonteer in geval van twijfel het kniestuk 5)(Afb. 38).
Servomotor
Ontkoppel de nok 4)(Afb. 28) van de servomotor door de
drukknop 3)(Afb. 29) in te drukken en naar rechts te draaien
en controleer met de hand of de rotatie naar voren en naar
achteren vloeiend verloopt. Koppel de nok weer vast, ver-
plaats daarvoor de drukknop 2)(Afb. 28) naar links.
Brander
Controleren of er geen overdreven slijtages zijn of loszittende
schroeven in de beweegmechanismen die de luchtklep en de
gassmoorklep aansturen. De schroeven waarmee de kabels
in het klemmenbord van de brander bevestigd zijn, moeten
eveneens geblokkeerd zijn.
Maak de brander aan de buitenkant schoon, vooral de schar-
nierpunten en de nok 4)(Afb. 28).
Verbranding
Stel de brander af wanneer de waarden van de verbranding
bij het begin van de handeling niet conform de van kracht
zijnde normen zijn, of wanneer ze niet conform met een
goede verbranding zijn.
Schrijf de nieuwe verbrandingswaarden op een daarvoor
bestemde kaart; dit zal nuttig zijn voor de volgende controles.
NL

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave