Inhoudsopgave
Advertenties
Beschikbare talen
Beschikbare talen
Installatie
4
Bevestiging van de brander op de ketel
Controleer, alvorens de brander op de ketel te bevestigen,
door de opening van de monding of de sonde en de elektrode
wel in de juiste stand staan zoals aangegeven op Afb. 12.
Mocht bij de voorafgaande controle de stand van de sonde
of van de elektrode niet juist zijn, verwijder dan de schroef
1)(Afb. 13), trek het binnenste gedeelte 2)(Afb. 13) van de
kop uit en stel ze af.
Draai de sonde niet rond, maar laat ze in de stand van Afb. 12
staan; als de sonde te dicht bij de ontstekingselektrode staat,
kan de versterker van de controledoos beschadigd worden.
Scheid daarna de branderkop van de rest van de brander,
Afb. 11.
Ga daarvoor als volgt te werk:
- los de 4 schroeven 3) en neem de kap 1) weg;
- maak het scharnierpunt 7) los van de gegradueerde
sector 8);
- verwijder de schroeven 2) uit de twee geleiders 5);
- verwijder de twee schroeven 4) en schuif de brander
over de geleiders 5) ongeveer 100 mm naar achter;
- koppel de sonde- en elektrodekabels los en schuif de
brander helemaal weg van de geleiders.
Bevestig, nadat u deze werkzaamheid eventueel uitge-
voerd heeft, de flens 11)(Afb. 11) op de plaat van de
ketel en leg de bijgeleverde isolerende afdichting 9)(Afb.
11) ertussen.
Gebruik de bijgeleverde 4 schroeven, met een aanhaal-
moment van 35 ÷ 40 Nm, bescherm eerst de schroef-
draad met producten die vastlopen voorkomen.
De dichting brander-ketel moet hermetisch zijn: contro-
leer na het starten (zie Hfdst. 5.3) of er geen rook naar
buiten ontsnapt.
6460
Sonde
D613
1
2
12
NL
Elektrode
D8689
Afb. 12
Afb. 13
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
