Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Mijn Statistieken; Uw Gebruikersprofiel Instellen; Persoonlijke Records; Uw Persoonlijke Records Weergeven - Garmin EDGE 130 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

3
Selecteer
om het gegevensscherm dat u wilt verwijderen
te openen.
4
Selecteer
> Verwijder > Ja.

Mijn statistieken

Het Edge 130 toestel kan uw persoonlijke statistieken bijhouden
en prestatiemetingen berekenen. Voor prestatiemetingen is een
compatibele hartslagmeter of vermogensmeter vereist.

Uw gebruikersprofiel instellen

U kunt de instellingen bijwerken voor geslacht, leeftijd, gewicht,
hoogte en maximale hartslag. Het toestel gebruikt deze
informatie om nauwkeurige ritgegevens te berekenen.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Gebruikersprofiel.
3
Selecteer een optie.

Persoonlijke records

Bij het voltooien van een rit worden op het toestel eventuele
nieuwe persoonlijke records weergegeven die u tijdens deze rit
hebt gevestigd. Tot uw persoonlijke records behoren uw snelste
tijd over een standaardafstand, uw langste rit en de grootste
stijging tijdens een rit. Indien het toestel wordt gekoppeld met
een compatibele vermogensmeter, wordt het maximale
vermogen weergegeven dat tijdens een periode van 20 minuten
is geregistreerd.

Uw persoonlijke records weergeven

1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.

Een persoonlijk record terugzetten

U kunt elk persoonlijk record terugzetten op de vorige waarde.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.
3
Selecteer een record om terug te zetten op de vorige waarde.
4
Selecteer Opties > Gebruik vorige > Ja.
OPMERKING: Opgeslagen activiteiten worden op deze
manier niet gewist.

Een persoonlijk record verwijderen

1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Mijn statistieken > Pers. records.
3
Selecteer een persoonlijk record.
4
Selecteer Opties > Wis record > Ja.

Navigatie

Navigatiefuncties en -instellingen worden ook gebruikt bij het
navigeren van koersen
(Koersen, pagina
(Segmenten, pagina
3).

• Locaties

(Locaties, pagina
• Kaartinstellingen

(Gebruikerslocaties weergeven op de kaart,

pagina
5)
Locaties
U kunt op het toestel locaties vastleggen en bewaren.

Uw locatie markeren

Voordat u een locatie kunt markeren, dient u satellieten te
zoeken.
Een locatie is een punt dat u vastlegt en in het toestel opslaat.
Als u oriëntatiepunten wilt onthouden of wilt terugkeren naar een
bepaald punt, markeer dan de locatie op de kaart.
Mijn statistieken
3) en segmenten
5)
1
Maak een rit
(Een rit maken, pagina
2
Houd
ingedrukt.
3
Selecteer Markeer positie.
Er wordt een bericht weergegeven. Het standaardpictogram
voor elke locatie is een vlag
aanpassen, pagina
5).

Naar een opgeslagen locatie navigeren

Voordat u naar een opgeslagen locatie kunt navigeren, dient u
satellieten te zoeken.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslag. locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Ga naar.
5
Selecteer
om de rit te beginnen.

Terug naar startlocatie navigeren

Tijdens een rit kunt u op ieder gewenst moment terugkeren naar
het startpunt.
1
Maak een rit
(Een rit maken, pagina
2
Selecteer
om de rit te pauzeren.
3
Selecteer Terug naar start.
4
Selecteer Lngs zelfde route of Rechte lijn.
5
Selecteer
om uw rit te hervatten.
Het toestel navigeert terug naar het startpunt van uw rit.

Opgeslagen locaties weergeven

U kunt details bekijken over opgeslagen locaties, zoals de
hoogte en kaartcoördinaten.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslag. locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Details.
Gebruikerslocaties weergeven op de kaart
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Kaart > Gebr.locaties.
3
Selecteer Toon.

De kaartpictogrammen aanpassen

U kunt kaartpictogrammen aanpassen om verschillende typen
opgeslagen locaties te kunnen herkennen. U kunt bijvoorbeeld
uw thuislocatie of cafés of restaurants markeren.
1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslag. locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Wijzig pictogram.
5
Selecteer een optie.

Uw locatie verplaatsen

1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslag. locaties.
3
Selecteer een opgeslagen locatie.
4
Selecteer Hierh. verplaatsen > Ja.
De locatie wordt gewijzigd in uw huidige positie.

Een opgeslagen locatie verwijderen

1
Houd
ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Opgeslag. locaties.
3
Selecteer een locatie.
4
Selecteer Wis > Ja.
2).
(De kaartpictogrammen
2).
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave