Download Print deze pagina

Spirax Sarco CSG-FBHP Instructies Voor Installatie En Onderhoud pagina 41

Clean steam generator voor food and beverage

Advertenties

6.19 Paraplu-alarmen
Paraplu-alarmen worden niet direct weergegeven op de alarmpagina van de HMI. Deze alarmen zijn verzamelnamen voor alarmen die worden
gebruikt in de Noodstopprocedure (zie deel 5.5)
6.19.1 Belangrijke instrumentstoring
De Belangrijke instrumentstoring dekt de analoge ingangsalarmen voor alle sensoren die essentieel zijn voor de veilige werking van de CSG-
FBHP. Als een van deze analoge ingangsalarmen wordt geactiveerd, wordt de Noodstopprocedure gestart en kan deze niet worden gereset
totdat de alarmen zijn opgeheven.
De volgende alarmen voor diagnose analoge ingang zijn opgenomen in de paraply-alarmen voor belangrijke instrumentfouten:
-
Clean steam temperatuur TA21
-
Temperatuur bedieningspaneel TAX1
-
Waterdruk PA01‡
-
Clean steam druk PA21
-
Waterpeil LA11
6.20 Storing stoomregelklep
De storing stoomregelklep heeft betrekking op alle diagnoses in verband met de Stoomregelklep VB31. Als een van
de alarmen in verband met deze diagnoses wordt geactiveerd, wordt de Noodstopprocedure gestart en kan deze
niet worden gereset totdat de alarmen zijn gewist.
De volgende diagnosealarmen zijn opgenomen in het overkoepelende alarm Storing Stoomregelklep:
-
Diagnose terugkoppeling klep analoge ingang VA31
-
Diagnose terugkoppeling klep VA31
6.21 Storing waterpeilregelklep
De storing waterpeilregelklep omvat alle diagnoses met betrekking tot de waterpeilregelklep (VB01). Als een van
de alarmen in verband met deze diagnoses wordt geactiveerd, wordt de Noodstopprocedure gestart en kan deze
niet worden gereset totdat de alarmen zijn gewist.
De volgende diagnose-alarmen zijn opgenomen in het paraplu-alarm storing waterpeilregelklep:
-
Terugkoppeling klep analoge ingang diagnose VA01
-
Diagnose terugkoppeling klep VA01
6.22 Thermische Cycli Voorverwarmer
De TA11-sensor wordt gebruikt om de thermische cycli van de voorverwarmer te controleren. Wanneer er voldoende temperatuurverandering
in de voorverwarmer optreedt, wordt dit geregistreerd aan de hand van het maximale aantal thermische cycli dat de voorverwarmer kan verdragen
voordat hij moet worden vervangen. Wanneer de voorverwarmer aan vervanging toe is, gaat een alarm af.
6.23 Temperatuurbewaking voorverwarmer
De TA11-sensor wordt ook gebruikt om te controleren op te hoge en te lage temperatuur, gemeten aan de hand van de TA21-sensor. Een lage
bandalarm wordt gegenereerd als de temperatuur van de voorverwarmer onder 2,5° zakt, en een hoge bandalarm wordt gegenereerd als de
temperatuur van de voorverwarmer boven 2,5° stijgt. Deze instellingen liggen vast en kunnen niet worden gewijzigd.
Het alarm verschijnt alleen als de gemeten temperatuur langer dan 20 minuten buiten deze grenzen blijft. De controle is ontwikkeld om een
doeltreffende voorverwarming van het voedingswater te ondersteunen. Niet-condenseerbare gassen (NCG's) worden pas optimaal verwijderd
in de ontgasser als het voorverwarmingsdoel is bereikt. Verwijdering van NCG's is een belangrijke eigenschap voor een langere levensduur
van de hoofdwarmtewisselaar om het risico van spanningscorrosiescheurtjes te verminderen. Het alarm wordt gebruikt om vast te stellen dat
de regelklep van de voorverwarming (VU33) opnieuw moet worden ingesteld, zodat het niveau van NCG's die in de hoofdwarmtewisselaar
terechtkomen, kan worden hersteld.
IM-P664-03-NL TES-UKn-04
CSG-FBHP Clean steam generator voor Food and Beverage
41

Advertenties

loading