5.1.3 Geautomatiseerde sequentiële uitschakeling
De geautomatiseerde uitschakelprocedure zorgt ervoor dat de unit zich in een optimale toestand bevindt, zodat, wanneer zij met de
opstartprocedure begint, de tijd die nodig is om de bedrijfsconditie te bereiken zo kort mogelijk is.
Dit omvat het verlagen van het waterpeil tot het "lage niveau", zodat minder tijd nodig is om de verzadigingstemperatuur te bereiken.
Gedetailleerde instructies kunnen door een technicus van Spirax Sarco worden verstrekt, maar een vereenvoudigde
procedure vindt u hieronder.
-
Verlaag instelpunt stoom naar 0.
-
Sluit de automatische stoominlaat van de installatie (indien gemonteerd).
-
Wacht tot de watertemperatuur onder 110 °C (212 °F) is gedaald.
-
Stop de waterbeheersing.
-
Sluit de uitlaatafsluiter (indien gemonteerd).
-
Sluit de toevoerkraan van de voorverwarmer.
-
Beëindig procedure en start stand-by.
5.1.4 Clean steam drukregeling
De clean steam druk wordt geregeld met behulp van een PID-regelkringprogramma in de PLC, waarbij druksensor
PA21 als procesvariabele wordt gebruikt. Zie deel 9 voor de componentenkaart. Het PID-instelpunt voor stoom
(ingesteld tijdens de inbedrijfstellingsprocedure) kan worden aangepast vanuit het scherm Procesinstellingen. De
PID-regelwaarde voor stoom wordt rechtstreeks naar de VB31-stoomregelklep gezonden.
De PID-instelpuntwaarde voor stoom kan worden overschreven door de PLC tijdens verschillende processen. Deze
omvatten Verhogen/verlagen (zie deel 5.1.7), Forward control (zie deel 5.1.8) en PID-afstelling (zie deel 5.3).
5.1.5 Waterpeilregeling
Regeling van het waterpeil aan de cleam steam zijde van de CSG-FBHP wordt onderhouden door gebruik te maken
van een PID-regelkring programma in de PLC met gebruik van niveausensor LA11 als de procesvariabele. Het
PID-instelpunt voor het waterpeil (ingesteld tijdens de inbedrijfstellingsprocedure) kan worden aangepast vanuit het
scherm Procesinstellingen. De PID-regelwaarde voor het waterpeil wordt rechtstreeks naar de waterregelklep VB01
gestuurd.
Het PID-instelpunt voor het waterpeil kan tijdens verschillende processen door de PLC worden overschreven.
Deze omvatten Forward controls (zie deel 5.1.8), Automatische opstart (zie deel 5.1.1), Automatisch herstel (zie
deel 5.1.2) en Automatische uitschakeling (zie deel 5.1.3).
Tijdens normaal bedrijf zal de klep een minimale opening handhaven. Dit kan worden ingesteld in het instellingenblad.
Twee andere instellingen zijn van invloed op de waterpeilregeling.
Stel het pompdrukverschil in.
Dit moet worden ingesteld tussen 0,8 - 2 bar en wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat de druk van het voedingswater
groter is dan de clean steam druk, om het debiet in het systeem te verzekeren. Het drukverschil moet groot genoeg
zijn om voldoende water naar de stoomgenerator te laten stromen om het waterpeil op het instelpunt te houden.
Stel het minimale openingspercentage van VB01 in.
Dit moet voldoende klein zijn om het waterpeil niet te verhogen bij minimale belasting.
IM-P664-03-NL TES-UKn-04
CSG-FBHP Clean steam generator voor Food and Beverage
31