5.4 Optionele functies
Alle functies in dit deel maken vormen een onderdeel van de optionele functiepakketten en zijn niet beschikbaar zonder de juiste configuratie.
5.4.1 Integriteitstest*
De integriteitstestoptie omvat alle nodige kleppen en meetapparatuur om de inlaatstoomzijde van
de CSG-FBHP volledig te isoleren van de Stoomregelklep VB31 naar de Condensaatisolatieklep
VE51 en een pneumatische drukvervaltest uit te voeren. Deze test wordt, indien geselecteerd,
uitgevoerd aan het begin van de volgende automatische opstartprocedure.
Aan het einde van een mislukte Integriteitstest wordt de gebruiker gevraagd de test opnieuw uit te
voeren, de opstartprocedure te stoppen of de test te negeren en door te gaan met de automatische
opstartprocedure. Bij een geslaagde test wordt geen feedback gegeven en wordt de automatische
opstartprocedure voortgezet.
Bij de eerste inbedrijfstelling wordt altijd een Integriteitstest uitgevoerd als onderdeel van de inbedrijfstellingsprocedure. Deze test kan niet
worden genegeerd. De Integriteitstest kan alleen opnieuw worden gestart of stop de automatische opstartprocedure volledig.
5.4.2 Serviceprocedure*
Om het onderhoud van de CSG-FBHP veilig en eenvoudig te maken, is een gestuurde serviceprocedure
beschikbaar om een service technieker de mogelijkheid te geven de werking van de kleppen te
controleren en de verwarmingstoestellen te reinigen.
Terwijl de serviceprocedure in werking is, kan de CSG-FBHP niet in de bedrijfsmodus gaan of beginnen
met automatische opstart.
De initialisatie van de serviceprocedure vindt plaats is terug te vinden in het servicescherm in het
gedeelte Systeem. De operators wordt opgedragen alle externe aansluitingen van en naar de CSG-
FBHP handmatig te isoleren. Dit omvat stoom-, afvoer-, water-, condensaat- en clean steam leidingen
van de installatie.
Om ervoor te zorgen dat de componenten veilig onafhankelijk kunnen werken, is in de hele CSG-FBHP een reeks temperatuur- en druksensoren
aangebracht. Als op een bepaald punt een temperatuur van meer dan 25 °C (77 °F) of een druk van meer dan 0,1 bar eff. (1,45 psi eff.) wordt
gedetecteerd, worden alle bedieningselementen automatisch in een veilige stand gezet en wordt de serviceprocedure gestopt.
Voorafgaand aan en tijdens de 'Schoonmaak' fase zal het scherm een veilige (groene), niet veilige (rode) indicator aangeven naast elke sensor
op de CSG-FBHP die wordt gecontroleerd, zodat de technicus kan bepalen of het veilig is om onderdelen van de unit te verwijderen. Als het
bedieningspaneel in deze fase wordt uitgeschakeld, blijft de serviceprocedure in het geheugen van de regelaar bewaard en keert terug naar
hetzelfde punt wanneer de stroom naar het paneel wordt hersteld. Dit zorgt ervoor dat de Automatische Opstartprocedure niet kan worden
gestart als er componenten in de CSG-FBHP ontbreken.
5.4.3 Prestatiecontrole*
De prestatiecontrole bestaat uit een reeks bemonsterings-, berekenings- en vergelijkingsalgoritmen die de prestaties
van de CSG-FBHP over het volledige werkingsdebietbereik in kaart brengen. De debietbereiken voor elk model van
de CSG-FBHP zijn vooraf in het programma geladen en worden automatisch geladen tijdens de
inbedrijfstellingsprocedure. Met een prestatiekaart kunnen de prestaties van de CSG-FBHP worden gecontroleerd
op lekken in of aanslag op de verwarmingstoestellen.
De bemonsteringsperiode is beperkt tot maximaal 10 staalafnames over het debietbereik of 100 bedrijfsuren. Na deze periode wordt ervan
uitgegaan dat de CSG-FBHP niet langer onder optimale omstandigheden functioneert. Zonder een minimum van 3 staalnames zullen de
berekenings- en vergelijkingsalgoritmen niet werken. Zodra voldoende gegevens zijn verzameld en het berekeningsalgoritme heeft kunnen
draaien, kan het vergelijkingsalgoritme de huidige bedrijfscondities vergelijken met het ideale model dat door het bemonsteringsalgoritme is
gecreëerd.
De Performance Ratio Fault Tolerance-waarde is een percentageverschil bij vergelijking van de in kaart gebrachte waarde met de huidige
bemonsterde waarde. Stalen die de positieve tolerantiewaarde overschrijden ondervinden een daling van de prestatie (typisch te wijten aan
ophoping van aanslag), terwijl stalen die onder de negatieve tolerantiewaarde vallen een abnormale stijging van de energieoverdracht ondervinden
(typisch te wijten aan een lek van de installatiestoom rechtstreeks in de clean steam). De respectievelijke alarmen worden weergegeven in de
alarmschermen wanneer de toleranties worden overschreden.
Instellingen, actuele metingen en in kaart gebrachte gegevens van de prestatiecontrole algoritmen zijn te vinden in het gedeelte Prestatiegegevens
van de HMI.
TIP: Essentieel voor de nauwkeurigheid van de Prestatiecontrole is de nauwkeurigheid van de staalnamegegevens. Met name moet ervoor
worden gezorgd dat het gemeten waterdebiet zo constant mogelijk is. Om dit te bevorderen is een reeks gegevensfilters beschikbaar om ervoor
te zorgen dat de debietmetingen vrij blijven van abnormale pieken en dalen.
CSG-FBHP Clean steam generator voor Food and Beverage
IM-P664-03-NL TES-UKn-04
35