ES2070 CA
14.9 Onderhoud
Stap nr.:
Onderhoud
Geef aan of, na een vooringestelde hoeveelheid water een melding moet worden
Gegeven, dat onderhoud moet worden gepleegd aan de installatie.
In stap 10 kan worden ingesteld of ook het alarmrelais dient te worden geactiveerd.
Stap nr.:
Interv.
Geef het onderhoudsinterval in (1 - 999.999 m
14.10 Alarm uitgang
In de navolgende programmastappen kan worden aangegeven in welke situatie(s)
De alarmuitgang dient te worden geactiveerd. Een horizontale streep ("-") betekent
dat de betreffende situatie geen activering ten gevolge heeft.
Indien de alarm uitgangsfunctie niet is geactiveerd (stap 3.8)
Stap nr.:
PF -MI -MA –TM -
Selecteer in welke situatie de alarmuitgang dient te worden geactiveerd.
PF
= Stroomuitval
MI
= Geleidendheid onder minimum grenswaarde
MA
= Geleidendheid boven maximum grenswaarde
TM
= Temperatuur boven maximum grenswaarde
Stap nr.:
DY -WA -RCC–RCA-
Selecteer in welke situatie de alarmuitgang dient te worden geactiveerd.
DY
= Uitgestelde regeneratie
WA
= Ingang 'Wachten'
RCC
= Niveau chemicaliëntank kation
RCA
= Niveau chemicaliëntank anion
Stap nr.:
FC -FA –MT -
Selecteer in welke situatie de alarmuitgang dient te worden geactiveerd.
FC
= Fout tijdens vullen chemicaliëntank kation
FA
= Fout tijdens vullen chemicaliëntank anion
MT
= Onderhoud
(zie § 6.8 "Uitgangsfuncties" op blz. 15)
Programmering
9.1
J/N
9.2
50000m3
10.1
10.2
10.3
3
).
41
8.*
9.1
Ja
Nee
9.2
3
m
N
3.8 = AL
J
1.1
10.1
PF
MI
MA
TM
10.2
DY
WA
RCC
RCA
10.3
FC
FA
MT
1.1