ES2070 CA
8 Regeneratiebeperkingen
Een regeneratie of regeneratiestart kan onder bepaalde omstandigheden worden geblokkeerd.
De volgende blokkeringen zijn mogelijk:
-
ingang "Wachten" (WA)
-
uitgestelde regeneratie
-
chemicaliën-niveauschakelaar (zie ook § 14.4.2 "Niveauschakelaar chem. tank kation" op
De blokkade kan eventueel met de hand worden opgeheven door de toets
ca 4 seconden.
8.1 Ingang "Wachten" (WA)
De ingang "Wachten" (WA) wordt gecontroleerd zowel aan het begin als tijdens de regeneratie.
Is de ingang geactiveerd op het moment dat de regeneratie wil gaan starten (dus na afloop van een
eventueel vulprogramma) dan zal de regeneratie niet starten en wordt gewacht totdat de ingang niet
meer actief is of totdat een start wordt geactiveerd via de toets
in de "Stand by" (SP) fase worden geschakeld.
Is de regeneratie reeds gestart dan zal bij activering van deze ingang de resterende regeneratietijd
niet meer worden afgeteld. Deze uitgangen ten behoeve van het filter blijven in ongewijzigde positie
staan.
Deze ingang kan bijvoorbeeld worden gebruikt om aan te geven dat er onvoldoende druk is om de
regeneratie goed te laten verlopen.
8.2 Uitgestelde regeneratie
De functie "Uitgestelde regeneratie" wordt gecontroleerd aan het begin van de regeneratie van het
kationfilter. Is een vulprogramma geactiveerd dan zal deze controle plaatsvinden voordat de
chemicaliëntank wordt gevuld.
Tijdens de situatie van uitgestelde regeneratie zal het filter in de "Stand by" (SP) fase of in de "Bedrijf"
(SV) fase worden geschakeld. Dit is afhankelijk van de instelling of de bedrijfsafsluiter geopend of
gesloten moet blijven tijdens deze situatie.
Valt deze situatie gelijk met een situatie waarin een gesloten bedrijfsafsluiter gewenst is (bijvoorbeeld
indien de wacht ingang geactiveerd is) .dan zal de bedrijfsafsluiter worden gesloten.
Is een regeneratie eenmaal gestart dan zal deze niet meer worden onderbroken door deze functie.
8.3 Chemicaliën-niveauschakelaar (RCC / RCA)
De ingang "Chemicaliën niveau" (RCC of RCA) kan worden gebruikt om aan te geven of er voldoende
chemicaliën aanwezig zijn om een regeneratie goed te kunnen uitvoeren.
Dit kan eventueel in combinatie met een vulprogramma (via de vulafsluiter).
Is de ingang aan het begin van een regeneratie actief dan zal de regeneratie niet worden gestart en
wordt gewacht totdat er voldoende chemicaliën zijn of totdat een start wordt geactiveerd via de toets .
Tijdens deze situatie zal het filter in de "Stand by" (SP) fase worden geschakeld.
Is de regeneratie reeds gestart dan deze ingang niet meer worden gecontroleerd tot de volgende
regeneratiestart.
Regeneratiebeperkingen
(zie ook § 14.8.1 "Uitgestelde regeneratie" op blz. 40).
blz. 33 en § 14.4.3 "Niveauschakelaar chem. tank anion" op
blz. 33)
in te drukken gedurende
. Tijdens deze situatie zal het filter
18