ES2070 CA
7 Regeneratiestart condities
De installatie kan op basis van één of meerdere situaties in de regeneratiefase worden geschakeld.
In dit hoofdstuk zullen deze situaties worden besproken.
Mogelijk situaties:
-
Geleidendheid te hoog
-
Volume (watermeter)
-
Interval tijd
-
Weekklok
-
Externe start via digitale ingangsfunctie "RS"
-
Handbediening
7.1 Geleidendheid
Met behulp van een geleidendheidsmeting kan een regeneratie worden gestart, indien de maximum
grenswaarde van de gemeten geleidendheid is geactiveerd en deze is overschreden.
Indien geen automatische regeneratie gewenst is, zal automatisch het alarm relais worden
geactiveerd en verschijnt er een melding in het display. Er kan worden ingesteld of in deze situatie
de bedrijfsafsluiter geopend dan wel gesloten wordt.
Komt er hierna een regeneratie wens via één van de andere voorwaarden (bijvoorbeeld op volume)
dan zal alsnog een regeneratie worden gestart indien een automatische regeneratiestart is
toegestaan.
Bij activering van de spoelfunctie zal na de ingestelde vertragingstijd, de spoelafsluiter worden
geopend gedurende een in te stellen spoeltijd.
Is de geleidendheid binnen deze spoeltijd weer in orde dan zal de spoelafsluiter direct weer worden
gesloten en gaat de installatie verder in de normale bedrijfsstand.
Is het alarm geactiveerd ten gevolge van de geleidendheid overschrijding dan zullen, bij de start
van de regeneratie, zowel het alarmrelais als de melding in het display worden gedeactiveerd.
Indien de uitgang is uitgeschakeld dan zal, na de regeneratie van het anion filter, de uitgang weer
geactiveerd worden indien de geleidendheid te hoog is.
Het anionfilter zal, indien het ingesteld aantal regeneraties van het kationfilter hebben
plaatsgevonden, daarna worden geregenereerd.
7.2 Volume
Met behulp van een impulswatermeter kan worden bijgehouden hoeveel water door de installatie
is verwerkt. Via opgave van de capaciteit van het kationfilter en bij welke hoeveelheid water een
puls wordt afgegeven door de watermeter kan worden bepaald wanneer het filter is uitgeput.
In stap 7.10 kan worden aangegeven of de regeneratie moet worden gestart indien de behandelde
hoeveelheid water gelijk is aan de opgegeven capaciteit van het filter.
Het anionfilter zal, indien het ingesteld aantal regeneraties van het kationfilter hebben
plaatsgevonden, daarna worden geregenereerd.
7.3 Intervaltijd
Er kan een intervaltijd worden geactiveerd waarna het kationfilter zal worden geregenereerd.
Zie ook § 14.7.3 "Intervaltijd" op blz. 38.
Na de regeneratie van het kationfilter zal deze intervalteller weer worden gereset.
Het anionfilter zal, indien het ingesteld aantal regeneraties van het kationfilter hebben
plaatsgevonden, daarna worden geregenereerd.
Regeneratiestart condities
16