De menu's gebruiken: Opnamestand
G GECORRIGEERD AF-KADER
G
GECORRIGEERD AF-KADER
Als AAN wordt geselecteerd, dan wordt een scherpstelframe voor scherpstelafstanden van ongeveer 80 cm toegevoegd aan
het scherm in de optische zoeker. Het scherpstelframe voor de huidige scherpstelafstand wordt in groen weergegeven wan-
neer de ontspanknop half wordt ingedrukt.
Scherpstelframe
Scherpstelframe
l
l BRANDPUNTSAFSTELLING INSTEL.
BRANDPUNTSAFSTELLING INSTEL.
Voer de brandpuntsafstand van de lens in, indien gebruik wordt gemaakt van een lens die niet de brandpuntsafstand van
de camera ondersteunt. Kies uit LENS 1 (21 mm), LENS 2 (24 mm), LENS 3 (28 mm), LENS 4 (35 mm), LENS 5 (50 mm) en
LENS 6 (75 mm). De brandpuntsafstand voor de lenzen 5 en 6 kunnen worden gekozen door aan de instelschijf te draaien; de
brandpuntsafstanden voor de resterende opties zijn ingesteld op de waarde die tussen haakjes wordt aangeduid.
m OPNAME ZONDER LENS
m
OPNAME ZONDER LENS
Kies of de ontspanknop wel of niet wordt ingeschakeld wanneer er geen lens is bevestigd.
F
F FUNCTIET
FUNCTIET
Kies de functie van de Fn-knop (P 50).
n
n MULTI-BELICHTING
MULTI-BELICHTING
Maak een foto die twee belichtingen combineert (
70
AAN
AAN
Scherpstelframe voor scherpstelafstand op
oneindig
P
2000
F5.6
Scherpstelframe voor scherpstelafstand van
ongeveer 80 cm
P
36).
UIT
UIT
P
2000
F5.6
( ( standaard
standaard UIT)
UIT)
( ( standaard
standaard 50 mm)
50 mm)
( ( standaard
standaard UIT)
UIT)
( ( standaard
standaard N
N ISO)
ISO)
( ( standaard
standaard UIT)
UIT)