De batterij opladen
De batterij opladen
De batterij is bij verscheping uit de fabriek niet opgeladen. Laad de batterij vóór gebruik op.
1
Plaats de batterij in de lader.
Plaats de batterij in de meegeleverde batterijla-
der, zoals aangeduid.
Batterijlader
De camera gebruikt een NP-W126 oplaadbare
batterij.
12
Laadindicator
Pijl
Batterij
2
Sluit de lader aan op een stopcontact.
Steek de stekker van de lader in een stopcon-
tact. De laadindicator licht op.
De laadindicator
De laadindicator
De laadindicator geeft de voortgang van het opla-
den als volgt weer:
Laadindicator
Laadindicator
Laadtoestand
Laadtoestand
Geen batterij
Geen batterij
geplaatst.
geplaatst.
Uit
Uit
Batterij volledig
Batterij volledig
opgeladen.
opgeladen.
De batterij wordt
De batterij wordt
Aan
Aan
opgeladen.
opgeladen.
Knippert
Knippert
Batterij defect.
Batterij defect.
3
Laad de batterij op.
Verwijder de batterij zodra het opladen is
voltooid. Raadpleeg de technische gegevens
(P 114) voor laadtijden (bedenk dat de laadtij-
den bij lage temperaturen toenemen).
Q Trek de stekker van de lader uit het stopcontact wan-
neer deze niet wordt gebruikt.
Actie
Actie
Plaats de batterij.
Plaats de batterij.
Verwijder de batterij.
Verwijder de batterij.
— —
Trek de stekker van de
Trek de stekker van de
lader uit het stopcon-
lader uit het stopcon-
tact en verwijder de
tact en verwijder de
batterij.
batterij.