I
IContinu fotograferen (seriestand)
Continu fotograferen (seriestand)
Leg beweging vast in een serie foto's.
1
Druk op de DRIVE-knop om de drive-
opties weer te geven.
2
Druk op de selectieknop omhoog of
omlaag om te kiezen uit beeldsnel-
heden van circa 6 b/s (beelden per
seconde en 3 b/s en druk op links of
rechts om het aantal opnamen per
serie te kiezen.
3
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
34
6b/s
3b/s
CONTINU
4
Druk de ontspanknop volledig in
om foto's te maken Het fotograferen
stopt pas wanneer de ontspanknop
wordt losgelaten of nadat het gese-
lecteerde aantal foto's werd gemaakt
of het geheugen vol is.
R Scherpstelling en belichting worden bepaald bij de
eerste foto in iedere serie. De fl itsers gaan automatisch
uit; de eerder geselecteerde fl itsmodus wordt weer
geselecteerd wanneer seriefotografi e wordt uitge-
schakeld.
R De beeldsnelheid varieert afhankelijk van de sluitertijd
en kan traag zijn als er meer foto's worden gemaakt.
R Er is mogelijk extra tijd vereist om foto's te maken
wanneer de opname eindigt.
R Als de bestandsnummering 999 bereikt voordat het
fotograferen is voltooid, worden de resterende foto's
opgeslagen in een nieuwe map ( P 81).