Correcte applicatie van de sonde
1. Breng het levensmiddel aan in een
ovenschaal.
2. Steek de punt van de sonde buiten de
ovenruimte in het levensmiddel.
3. Zorg er voor optimale resultaten voor dat
de temperatuursonde overdwars en voor
minstens 3/4 van de lengte in het dikte
deel van het levensmiddel is
aangebracht, zonder dat de sonde de
ovenschaal onder het levensmiddel raakt
of aan de andere kant uit het
levensmiddel steekt.
Voor een exacte meting van de
kerntemperatuur van het gerecht
mag de punt van de sonde niet in
aanraking komen met botten of
vet.
Als de sonde de temperatuur van
het levensmiddel niet correct
waarneemt, worden 2
foutmeldingen op het display
weergegeven (die bevestigd
moeten worden). Vervolgens zal
het apparaat automatisch een
bereiding met tijdinstelling starten.
430
Gebruik
Instelling van de bereiding met de
temperatuursonde
1. Selecteer een bereidingsfunctie.
2. Raak de toets TEMPERATUUR
aanverwante waarde aan.
3. Scroll langs de waarden tot de
gewenste bereidingstemperatuur wordt
weergegeven.
4. Raak de toets BEVESTIGEN
5. Raak de toets SONDE
onderste gedeelte
6. Blader door de waarden van de
Doeltemperatuur tot aan de selectie van
de gewenste temperatuur (bijv. „80 °C").
of de
aan.
in het
aan.