•
De afgestelde druk kan op de snelkoppeling (3) worden
ontnomen.
Op de manometer (6) wordt de keteldruk afgelezen.
•
De keteldruk wordt aan de snelkoppeling (7) ontnomen.
•
8.8 Afstelling van de drukschakelaar (Fig. 1)
•
De drukschakelaar (2) is in de fabriek afgesteld.
Inschakeldruk ca. 8 bar
Uitschakeldruk ca. 10 bar
8.9 Montage van de persluchtslang (Fig. 1,3)
•
Voor werkzaamheden op een grote afstand van de
compressor kan de persluchtslang (14) worden ge-
bruikt. Sluit daarvoor de insteeknippel (H) van de pers-
luchtslang aan op één van de snelkoppelingen (3, 7).
Sluit daarna het pneumatische gereedschap aan op de
snelkoppeling (I) van de persluchtslang.
9. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar aan-
gesloten. De aansluiting voldoet aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften. De netaansluiting van de
klant en het gebruikte verlengsnoer moeten eveneens
aan deze voorschriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf uit.
Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de motor
weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan de
isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
Versleten plekken, als aansluitkabels door venster- of
•
deuropeningen worden geleid.
•
Knikken door een onvakkundige bevestiging of gelei-
ding van de aansluitkabel.
•
Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
•
Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stopcon-
tact is getrokken.
Scheuren door veroudering van de isolatie.
•
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen niet
worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de isolatie is
beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitkabel
niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante VDE- en
DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitsluitend aansluitka-
bels met de aanduiding „H05VV-F".
Op de aansluitkabel moet de type-aanduiding vermeld
staan.
Wisselstroommotor
•
De netspanning moet 220 - 240 VAC 50 Hz zijn
•
Verlengsnoeren moeten tot een lengte van 25 m een
doorsnede hebben van 1,5 vierkante millimeter.
22
NL/BE
Aansluitingen en reparaties van de elektrische uitrusting
mogen uitsluitend door een elektromonteur worden uitge-
voerd.
Vermeld in geval van vragen de volgende gegevens:
•
Stroomtype van de motor
•
Gegevens van het typeplaatje van de machine
•
Gegevens van het typeplaatje van de motor
10. Reiniging, Onderhoud, en opbergen
m Let op!
Verwijder vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerk-
zaamheden de netstekker uit het stopcontact! Lichamelijk
gevaar door elektrische schokken!
m Let op!
Wacht tot het toestel helemaal is afgekoeld! Gevaar voor
brandwonden!
m Let op!
Vóór alle schoonmaak- en onderhoudswerkzaamheden
dient het toestel drukloos te worden gemaakt! Lichamelijk
gevaar!
10.1 Reiniging
•
Hou het toestel zo veel mogelijk vrij van stof en vuil.
Wrijf het toestel met een schone doek af of blaas het
met perslucht bij lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel onmiddellijk na elk ge-
bruik schoon te maken.
Maak het toestel regelmatig met een vochtige doek en
•
wat zachte zeep schoon. Gebruik geen reinigings- of
oplosmiddelen; die zouden de kunststofdelen van het
toestel kunnen aantasten. Zorg ervoor dat geen water
binnen in het toestel terecht kan komen.
•
Slang en spuitgereedschap moeten vóór de schoon-
maakbeurt van de compressor worden gescheiden. De
compressor mag niet met water, oplosmiddelen of iets
dergelijks schoon worden gemaakt.
10.2 Onderhoud van het drukvat (Fig. 1)
LET OP! Voor een duurzame bestendigheid van het drukvat
(8) dient het condensatiewater na elk gebruik te worden
afgelaten door de aftapschroef (10) open te draaien. Laat
eerst de keteldruk af (zie 10.7.1). De afl aatschroef draait u
tegen de richting van de wijzers van de klok in open (u kijkt
vanaf de onderkant van de compressor naar de schroef)
zodat het condensatiewater helemaal uit het drukvat kan
weglopen. Draai daarna de afl aatschroef terug dicht (met
de wijzers van de klok mee). Controleer het drukvat voor
elk gebruik op roest en beschadigingen. De compressor
mag niet met een defect of roestig drukvat in werking wor-
den gesteld. Indien u beschadigingen vaststelt, gelieve zich
tot de klantendienst-werkplaats te wenden.
m Let op!
Het condenswater uit het drukvat bevat olieresten.
Ontdoet u zich van het condenswater op een milieu-
vriendelijke manier en deponeer het op een overeen-
komstige inzamelplaats.