05/04/15 16:32:37 39Z4P600_008
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
Loodvrije benzine
VS
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Behalve VS
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine. Bij
gebruik met loodvrije benzine blijft er minder aanslag achter in de motor
en op de bougie en gaat het uitlaatsysteem langer mee.
Benzine is zeer ontvlambaar en explosief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijl u benzine
bijvult.
Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
Vul alleen benzine bij in de open lucht.
Veeg gemorste benzine direct weg.
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijl u de
brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
wordt niet gedekt door de dealergarantie (Distributor's Limited Warranty) .
Gebruik nooit verouderde of vervuilde benzine of een mengsel van olie en
benzine. Zorg dat er geen vuil of water in de brandstoftank terecht komt.
Soms kunt u een licht ''detoneren'' of ''pingelen'' (een metalig kloppend
geluid) horen terwijl de motor onder zware belasting draait. Dit is geen
reden tot zorg.
Als detoneren of pingelen optreedt bij stabiele motortoerentallen, onder
normale belasting, gebruik dan een ander merk benzine. Als het detoneren
of pingelen aanhoudt, neem dan contact op met een erkende Honda
onderhoudsdealer.
Als de motor draait terwijl deze aanhoudend pingelt of detoneert, kan er
motorschade ontstaan.
Het laten draaien van de motor terwijl deze aanhoudend pingelt of
detoneert wordt beschouwd als misbruik; de dealergarantie (Distributor's
Limited Warranty) dekt geen onderdelen die beschadigd zijn door misbruik.
1.
Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als
het brandstofniveau laag staat.
2.
Vul brandstof bij tot onderaan de brandstofniveaulimiet in de
brandstoftank. Vul niet teveel bij. Veeg gemorste benzine weg voordat u
de motor start.
TANKDOP
8
MAXIMUMNIVEAU BRANDSTOF
BRANDSTOFVULPIJP
NEDERLANDS
Vul in een goed geventileerde ruimte brandstof bij voordat u de motor start.
Als de motor gedraaid heeft, laat dan eerst afkoelen. Vul zorgvuldig bij om
morsen van brandstof te voorkomen. Vul de tank niet tot aan de rand. Vul
de tank tot het bovenste brandstofniveau onder de vulhals van de
brandstoftank, zodat de brandstof nog ruimte heeft om uit te zetten.
Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen, dat hangt af van de
gebruiksomstandigheden. Breng na bijvullen de brandstofvuldop aan en
zet deze stevig vast.
Vul de motor nooit met benzine in een ruimte waar benzinedamp in
contact kan komen met open vuur of vonken. Blijf met benzine uit de buurt
van waakvlammen, barbecues, elektrische huishoudelijke apparatuur en
elektrisch gereedschap etc.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
Zie voor informatie over geoxygeneerde brandstoffen op pagina
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Aanbevolen olie
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet
aan de eisen voor API-classificatie
SJ, SL of gelijkwaardig. Controleer
altijd het API-servicelabel op de
olieverpakking om te zien of de
aanduidingen SJ, SL of
gelijkwaardig vermeld staan.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
aangeduide bereik ligt.
15
.
SAE-viscositeiten
OMGEVINGSTEMPERATUUR