2) Parallelle verbinding van twee of meer toestellen
>300
>600
>2000
3) Parallel verbonden voorzijde aan achterzijde
>2000
>500
6.3 Verplaatsen en installeren
Wees voorzichtig wanneer u het toestel optilt met de band. Het
zwaartepunt bevindt zich niet altijd in het midden.
Pak de inlaat van het buitentoestel niet beet om vervorming te
vermijden.
1) Raak de ventilator niet aan met de handen of met andere
voorwerpen.
2) Houd het toestel niet onder een hoek van meer dan 45 graden
en leg het niet plat op de vloer.
3) Zorg voor een betonnen fundering om het buitentoestel op vast
te zetten (Zie afb. 6-5). (zie afb. 6-8).
4) Zet de poten van het toestel met bouten stevig vast om te
voorkomen dat het bij harde wind of aardbevingen kan omvallen zie
afb. 6-8).
Zet met bouten vast
OPMERKING:
De afbeeldingen in deze handleiding zijn uitsluitend bedoeld ter
verduidelijking. De warmtepomp die u hebt aangeschaft kan er
enigszins anders uit zien (afhankelijk van het model). Ga altijd uit
van het door u gekochte model.
>3000
>3000
>300
6.4 Wateruitlaat
Vier condensatiewateruitlaten op de chassis voor de selectie zoals
getoond in onderstaande afbeelding:
Fig. 6-6
Fig. 6-7
Reservewateruitlaat
(moet worden open
gemaakt
Reservewateruitlaat (met
Let bij het installeren van het buitentoestel op de plaats van
installatie en het afvoerpatroon.
●
De toestellen van het model 4~8 kW beschikken over
slechts één wateruitlaat aan de onderkant van de
afvoerbak. Als het toestel geïnstalleerd is in een zone
met lage temperaturen (als de omgevingstemperatuur
gedurende een lange tijd lager is dan -7 ºC) dienen
warmteapparaten te worden geïnstalleerd aan de
onderkant van de afvoerbak om te voorkomen dat het
afvoerkanaal en de wateruitlaat bevriezen, of dient u een
speciaal toestel te bestellen voor lage temperatuurzones.
●
Als toestellen van het model 10~16 kW geïnstalleerd is in
Fig. 6-8
een lagetemperatuurzone kan het bevroren condenswater
de wateruitlaat blokkeren. Trek dan de rubberen stop uit de
reserve wateruitlaat. Als dat niet helpt om het water af te
voeren, tik dan de andere twee wateruitlaten open en zorg
ervoor dat het water tijdig kan worden afgevoerd. Let er
op dat de reservewateruitlaat van buiten naar binnen moet
worden opengetikt, zodat het later hersteld kan worden.
Kies de installatieplaats waar water geen overlast kan
geven. Zorg ervoor dat er geen motten of andere insecten
in het gat komen, deze kunnen de interne componenten
beschadigen.
5
Wateruitlaat
4~8kW
Uitlaat voor stroom en verbindingsbuizen
rubberen stop)
10~16kW
LET OP
Fig. 6-9
Wateruitlaat
Fig. 6-10