4 BELANGRIJKE INFORMATIE
OVER HET GEBRUIKTE
KOELMIDDEL
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen die onder het
Kyotoprotocol vallen. Laat deze gassen niet uit in de atmosfeer.
Koelmiddelstoftype:
R410A
GWP
(1)-
waarde:
1975
(1) GWP = global warming potential (aardopwarmingsvermogen)
De hoeveelheid koelmiddel wordt aangegeven op de naamplaat
van het toestel.
5 DE PLEK VAN DE INSTALLATIE
BEPALEN
WAARSCHUWING
■
Zorg voor juiste afmetingen om te voorkomen dat het toestel
wordt gebruikt als schuilplaats voor kleine dieren.
■
Kleine dieren die in aanraking komen met de elektrische
onderdelen kunnen zorgen voor slechte werking, rook of
brand. Geef de gebruiker instructies de ruimte om het toestel
vrij te houden.
1
Bepaal een plaats voor de installatie die voldoet aan de
volgende voorwaarden en die de goedkeuring heeft van de
klant.
- Plaatsen met goede ventilatie.
- Plaatsen die geen overlast bezorgen aan buren.
- Veilige plaatsen die het gewicht en vibraties van het toestel
kunnen dragen, en waar het toestel op een waterpasniveau
kan worden geïnstalleerd.
- Plaatsen waar er geen mogelijkheid bestaat op ontvlambaar
gas of lekken van product.
- Het toestel is niet bedoeld voor gebruik in een potentieel
explosieve omgeving.
- Plaatsen waar er voldoende ruimte is voor service en
onderhoud.
- Plaatsen waar de lengte van de leidingen en bedrading van
het toestel binnen het toelaatbaar bereik vallen.
- Plaatsen waar waterlekkage van het toestel geen schade
kan toebrengen aan de locatie (bijv. in het geval van een
verstopte afvoerleiding).
- Plaatsen waar regenval zoveel mogelijk beperkt kan worden.
- Installeer het toestel niet op veelgebruikte plaatsen, zoals
een werkplaats.
In het geval van constructiewerk (bijv. slijpen, enz.) waar
veel stof vrijkomt, dient het toestel te worden bedekt.
- Plaats geen voorwerpen of apparatuur op het toestel
(bovenste plaat)
- Klim, sta of zit niet op het toestel.
- Neem in het geval van lekkend koelmiddel voldoende
voorzorgsmaatregelen volgens de plaatselijke wetten en
regelgeving.
2
Wanneer het toestel wordt geïnstalleerd op een locatie met
sterke wind, let dan speciaal op het volgende.
Sterke wind van 5 m/sec of meer die tegen de luchtuitlaat van
het toestel blaast, veroorzaakt een kortsluiting (suctie van
uitlaatlucht), en dit kan de volgende consequenties hebben:
- Verslechtering van de bedrijfscapaciteit.
- Frequente bevriezingsversnelling in verwarmingsmodus.
- Onderbreking van de werking vanwege stijging van hoge
druk.
- Wanneer er een sterke wind continu op de voorkant van het
toestel blaast, kan de ventilator snel gaan draaien totdat hij
kapot gaat.
Raadpleeg de volgende afbeelding voor de installatie van
dit toestel op een plaats waar de windrichting kan worden
voorspeld.
■
Plaats de kant met de luchtuitlaat naar de muur van het
gebouw, hek of scherm.
Zorg ervoor dat er genoeg plaats is om de installatie uit te
voeren
■
Plaats de kant met de luchtuitlaat naar de muur van het
gebouw, hek of scherm.
Harde wind
Uitgeblazen lucht
3
Bereid een waterafvoer rondom de fundering om het overtollig
water rond het toestel af te voeren.
4
Als het waterafvoer van het toestel niet eenvoudig is, plaats
het toestel dan op een fundering van cementblokken, enz. (de
hoogte van de fundering moet ongeveer 100 mm zijn).
5
Als u het toestel op een frame plaatst, installeer dan een
waterbestendige plaat (ongeveer 100 mm) aan de onderzijde
van het toestel om te voorkomen dat er water van de lage kant
instroomt.
6
W a n n e e r h e t t o e s t e l w o r d t
geïnstalleerd op een locatie met
regelmatige sneeuwval, zorg er dan
specifiek voor dat de fundering zo
hoog mogelijk ligt.
7
A l s u h e t t o e s t e l o p e e n
b o u w f r a m e p l a a t s t , i n s t a l l e e r
d a n e e n w a t e r b e s t e n d i g e p l a a t
(veldstroomtoevoer) (ongeveer 100
mm) aan de onderzijde van het toestel om het druppelen van
het afgevoerde water te voorkomen.
(Zie afbeelding).
3
Harde wind