14 DEZE SYMPTOMEN BETEKENEN
NIET DAT UW AIRCONDITIONER
NIET GOED WERKT
Symptoom 1: Het toestel werkt niet
De warmtepomp start niet onmiddellijk na het indrukken van de
AAN/UIT-knop op de afstandsbediening.
Als het bedrijfslichtje brandt, functioneert het systeem naar
behoren. Om de overbelasting van de compressormotor te
voorkomen start de warmtepomp pas na een aantal minuten
nadat op de AAN-knop is gedrukt
Symptoom 2: Het toestel verandert naar
de pompmodus in de
warmtemodus
Zodra de uitlaatwatertemperatuur is gedaald tot de ingestelde
temperatuur, schakelt de compressor uit en gaat het
binnentoestel over op de pompmodus. Gaat de temperatuur
omhoog, dan schakelt de compressor weer in. Voor de
verwarmingsstand geldt hetzelfde.
Symptoom 3: Er komt witte rook uit het
buitentoestel
Wa n n e e r h e t t o e s t e l n a o n t d o o i i n g o v e r g a a t o p d e
verwarmingsmodus, wordt de bij het koelen ontstane condens
als stoom weggeblazen.
Symptoom 4: Warmtepomp maakt geluid
Wanneer het systeem in werking is, klinkt een doorlopend laag
sissend geluid.
Dit is het geluid van koelgas dat door binnen- en buitentoestel
stroomt.
Een sissend geluid is hoorbaar bij de start of direct na afloop
van een bedrijfsperiode of ontdooiingsperiode.
Dit is het geluid van koelmiddel dat ophoudt te stromen of van
richting verandert.
De toon van het geluid verandert
door verandering in frequentie.
Symptoom 5: Er komt stof uit het toestel
Wanneer het toestel langdurig niet wordt gebruikt,
komt er stof in het toestel.
Symptoom 6: De toestellen geven geurtjes af
Het toestel kan de geur van kamers, meubilair, sigaretten enz.
absorberen en later weer afgeven.
Symptoom 7: De ventilator van het
buitentoestel draait niet.
Tijdens operatie De snelheid van de ventilator wordt telkens
aangepast voor optimale werking.
15 PROBLEMEN OPLOSSEN
Indien een van de volgende problemen optreedt, stop dan de
werking, schakel de stroom uit en neem contact op met uw
leverancier.
Het bedrijfslichtje flikkert (twee keer per seconde), ook nadat het
toestel is uitgeschakeld en weer ingeschakeld.
De afstandsbediening werkt niet of de knop werkt niet goed.
Zekeringen en/of de aardlekschakelaar slaan voortdurend door.
Voorwerpen en water dringen het toestel binnen.
Er lekt water uit het binnentoestel.
Overige problemen.
Indien het toestel niet goed werkt en een van de bovenstaande
problemen kan niet als oorzaak worden aangewezen, volgt u
dan onderstaande procedures.
18