3. Instellingen
21
3.12 Rugpelotte
De hoogte en de diepte van de rugpelotte
A
kunnen in zijn geheel over het bekkenframe
worden ingesteld (zie punt 3.6). De rugpe-
lotte (A) zelf is bovendien in de hoogte in-
stelbaar, wordt aan de zwenkarm van het
bekkenframe gemonteerd en kan hierdoor
naar de kant draaien. Voor het instellen van
de hoogte maakt u draaigreep (B) aan de
achterkant van de rugpelotte los en brengt
B
deze in de gewenste positie. De rugpelotte
is voorzien van een veiligheids-snapslot (C)
voorzien. Om de rugpelotte te monteren of
te demonteren, trekt u de snapper (C) naar
u toe. Nu kunt u de rugpelotte verwijderen of
monteren, door de rugpelotte uit de opna-
me te verwijderen of deze erin te plaatsen.
C
Na de montage draait u de snapper (C) vast,
om de rugpelotte vast te zetten.
3.13 Hoofdsteun
De hoofdsteun is in de hoogte, diepte en
hoek verstelbaar en alleen te gebruiken in
combinatie met de rugsteun. De hoogte kan
via de rugpelotte worden versteld (zie punt
3.12) of via de hoogteverstelling van het bek-
kenframe (zie punt 3.6). Voor het apart instel-
len van de hoogte van de hoofdsteun draai
u madeschroef (E) aan de achterkant van de
rugpelotte los en brengt u de hoofdsteun in
de gewenste positie. Om de diepte en/of de
D
hoek in te stellen, draait u de schroeven (D)
los.
Draai na iedere instelling alle verstellingen
weer vast!
E