3. Instellingen
16 16
3.5 Bekkengeleiderpelotte met zijgeleiders en ruggordel
De bekkengeleiderpelotte met zijgeleiders
A
(A) is voorzien van een ruggordel (B) en kan in
hoogte en breedte worden versteld.
De hoogte kan worden aangepast door de
middelste kolom te verstellen (zie punt 3.1).
Anderzijds kan de positie van het bekken-
geleiderpelotte ook rechtstreeks op de mid-
B
delste kolom worden gewijzigd. Draai daar-
toe de schroeven (C) aan de achterkant van
het bekkengeleiderpelotte los en breng het
in de gewenste positie.
Om de breedte aan te passen, vouwt u eerst
D
E
de twee bekledingen (D) aan de achterkant
E
van de pelotte omhoog, draait u de schroe-
ven (E) los en brengt u de twee zijgeleiders in
C
de gewenste positie.
De ruggordel (B) kan via een magne-
tisch steekslot (F) heel eenvoudig worden
geopend of gesloten. Trek om hem te ope-
nen eenvoudig aan band (G).
F
Voor het sluiten geleidt u ruggordel (B) weer
terug in het steekslot (F) wat dan vanzelf
weer sluit.
G
Via de gordelgeleider kan de band in de
lengte worden gereguleerd.
Draai na iedere instelling alle verstellingen weer vast!