Inhoudsopgave
Advertenties
3. Instellingen
14
3.4.1 Kniepelottenopname (stijf)
De stijve kniepelottenopname (A) kan in de
hoogte, in de hoek en in de diepte worden
versteld. Bovendien kan met behulp hiervan
ook de afstand van de individuele kniepelot-
A
ten ten opzichte van elkaar worden versteld.
Voor het instellen van de hoogte houdt u de
respectieve kniepelotte vast, draait vleugel-
schroeven (B) los en brengt de kniepelotte in
B
de gewenste positie. Voor het instellen van
de diepte, de hoek en de breedte maakt u
klemhendel (C) los en brengt u de betreffende
kniepelotte in de gewenste positie.
C
Draai na iedere instelling alle verstellingen weer
vast!
3.4.2 Kniepelottenopname (kogelkop)
D
De kniepelottenopname met kogelkop (D)
kan, net als de stijve versie, in de hoogte, in de
hoek en in de diepte worden versteld. Boven-
dien kan met behulp hiervan ook de afstand
van de individuele kniepelotten ten opzichte
van elkaar worden versteld (zie punt 3.4.1).
Daarnaast kan de betreffende kniepelotte
E
individueel aan de positie van de knie wor-
den aangepast met behulp van de kogelkop.
Draai hiervoor de cilinderkopschroeven (E) los,
breng de kniepelotte in de gewenste posi-
tie (F) en draai cilinderkopschroeven (E) weer
vast.
F
Draai na iedere instelling alle verstellingen weer
vast!
Advertenties
Inhoudsopgave
