1.
Bedieningstoets met impulsvolgorde OP-STOP-NEER-STOP
2.
Kanaalcontrolelampje
3.
Programmeertoets
4.
Typeplaatje
Kanaal
Het kanaal van een zender kan in één of meerdere ontvangers worden geprogram-
meerd. De aansturing van één ontvanger is een individueel commando, die van meer-
dere ontvangers een groepscommando.
Kanaalcontrolelampje
Een radiosignaal wordt gesignaleerd door het oplichten van het kanaalcontrolelamp-
je. Als het batterijvermogen zwakker wordt, dan knippert het kanaalcontrolelampje bij
het zenden. Het zendvermogen of de reikwijdte van het radiosignaal wordt door afne-
men van het batterijvermogen gereduceerd. Als het kanaalcontrolelampje bij indruk-
ken van een toets niet meer oplicht, dan moet de batterij worden vervangen.
Functiebeschrijving
51 - nl