Opmerking:
¡ De insteladviezen gelden altijd voor de koude en le-
ge binnenruimte.
¡ De opgegeven tijden in de overzichten zijn richt-
waarden. Ze zijn afhankelijk van de kwaliteit en de
aard van de levensmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Levensmiddelen met een vaste schil of pel kunnen tij-
dens, maar ook nog na het opwarmen, exploderen.
Nooit eieren in de eierschaal koken of hardgekook-
▶
te eieren in de eierschaal opwarmen.
Nooit schaal- en kreeftachtige dieren koken.
▶
Bij spiegeleieren of eieren in een glas dient u eerst
▶
de dooier door te prikken.
Bij levensmiddelen met een vaste schil of pel, bijv.
▶
appels, tomaten, aardappelen en worstjes, kan de
schil knappen. Prik voor het opwarmen gaatjes in
de schil of vel.
Verhitte gerechten geven warmte af. De vormen kun-
nen heet worden.
Neem vormen en accessoires altijd met behulp van
▶
een pannenlap uit de binnenruimte.
Vóór het gebruik niet benodigde vormen uit de bin-
1.
nenruimte verwijderen.
Kies een gewenst gerecht uit de insteladviezen.
2.
De gerechten in een geschikte vorm doen.
3.
→ "Vormen en accessoires die geschikt zijn voor de
magnetron", Pagina 76
4.
De vorm op de draaischijf plaatsen.
Stel het apparaat in overeenkomstig het instelad-
5.
vies.
Eerst de kortste tijdsduur instellen. Indien nodig de
tijdsduur verlengen. Als in de tabellen twee magne-
tronvermogens en tijdsduren zijn aangegeven, eerst
het eerste magnetronvermogen en de eerste tijds-
duur instellen en na het signaal het het tweede mag-
netronvermogen en de tweede tijdsduur.
Als u van de tabellen afwijkende hoeveelheden wilt
bereiden, stel dan voor de dubbele hoeveelheid on-
geveer de dubbele tijdsduur in.
Gebruik pannenlappen wanneer u hete vormen uit
6.
de binnenruimte neemt.
14.2 Tips om te ontdooien en op te warmen
Neem deze tips in acht voor goede resultaten bij het
ontdooien en opwarmen.
Vraag
Het gerecht moet na het
verstrijken van de tijds-
duur ontdooid, heet of
gaar zijn.
Tip
Stel een langere tijdsduur
in. Bij grotere hoeveelhe-
den en hogere gerechten
is meer tijd nodig.
Vraag
Het gerecht mag na het
verstrijken van de tijds-
duur aan de rand niet
oververhit zijn en in moet
in het midden gaar zijn.
Gevogelte of vlees mag
na het ontdooien niet al-
leen van buiten gebak-
ken, maar in het midden
nog bevroren zijn.
Het gerecht mag niet te
droog zijn.
14.3 Ontdooien
Met uw apparaat kunt u diepvriesproducten ontdooien.
Gerechten ontdooien
De bevroren levensmiddelen in een open vorm op
1.
de draaischijf plaatsen.
Gevoelige delen kunt u met kleine stukken alumini-
umfolie afdekken, bijv. kippenvleugels en -poten of
vette randen van braadstukken. De folie mag de
ovenwanden niet raken.
In werking stellen.
2.
Halverwege het ontdooien kunt u de aluminiumfolie
verwijderen.
Opmerking: Als u vlees en gevogelte ontdooit, ont-
3.
staat vloeistof.
De vloeistof tijdens het keren verwijderen en in geen
geval verder gebruiken of met andere levensmidde-
len in aanraking laten komen.
De gerechten tussendoor één tot twee keer omroe-
4.
ren of keren.
Grote stukken meerdere malen keren.
Om ervoor te zorgen dat de temperatuur gelijkmatig
5.
wordt verdeeld, de ontdooide gerechten ca. 10 tot
20 minuten bij kamertemperatuur laten rusten.
Bij gevogelte kunt u de ingewanden verwijderen.
Het vlees kunt u ook met een kleine bevroren kern
verder verwerken.
Zo lukt het nl
Tip
¡ Het gerecht tussen-
door omroeren.
¡ Een lager magnetron-
vermogen en een lan-
gere tijdsduur instellen.
¡ Een lager magnetron-
vermogen instellen.
¡ Het te ontdooien ge-
recht bij grote hoeveel-
heden meerdere ma-
len keren.
¡ Een lager magnetron-
vermogen instellen.
¡ Een kortere tijdsduur
instellen.
¡ Gerecht afdekken.
¡ Meer vloeistof toevoe-
gen.
83