Aansluitingen
INGANG/UITGANG(INPUT/OUTPUT)-aansluitingen en aan
te sluiten apparatuur
INPUT 1, 2-aansluiting
De computer aansluiten.
(Zie bladzijde 23.)
Aansluiten van videoapparatuur met
component-uitgangsaansluitingen (DVD-
speler, DTV-decoder, DVD-recorder met
harde schijf, enz.). (Zie bladzijde 25.)
INPUT 4-aansluiting
Videoapparatuur aansluiten op de ingang van de
S-VIDEO-uitgangsaansluiting (videorecorder,
DVD-speler enz.). (Zie bladzijde 26.)
INPUT 3-aansluiting
Videoapparatuur aansluiten zonder
S-VIDEO-aansluiting. (Zie bladzijde 26.)
OUTPUT (INPUT 1, 2)-aansluiting
Sluit de monitor aan als u tegelijkertijd het
projectiebeeld op de monitor en het
projectiescherm wilt bekijken. (Zie bladzijde 28.)
AUDIO INPUT 1, 2-aansluiting
Een audiokabel aansluiten
(geluidsingangsaansluiting voor INGANG
1 en 2). (Zie bladzijden
23
en 25.)
AUDIO INPUT 3, 4-aansluiting
Een audiokabel aansluiten
(geluidsingangsaansluiting voor
INGANG 3 en 4). (Zie bladzijde 26.)
AUDIO OUTPUT-aansluiting
Een audiokabel aansluiten
(geluidsuitgangsaansluiting voor
INGANG 1, 2, 3 en 4). (Zie bladzijde 28.)
RS-232C-aansluiting
De computer aansluiten om
de projector te bedienen.
(Zie bladzijde 27.)
USB-aansluiting
Aansluiten van de computer met
een USB-kabel. (Zie bladzijde 23.)
-21