•
Gebruik eerst een borstel om te reinigen, voordat u
water gebruikt. Verwijder maaisel en vuil van en
rondom de transmissie, de luchtinlaat en de motor.
•
Gebruik stromend water uit een slang om het
product te reinigen. Gebruik geen hogedrukspuit.
•
Richt de waterstraal niet op elektronische
componenten of lagers. Reinigingsmiddelen kunnen
schade veroorzaken.
•
Om het maaidek te reinigen adviseren wij het
maaidek in de onderhoudsstand te zetten en met
een waterstraal schoon te spuiten.
•
Start het maaidek na reiniging en laat de motor kort
draaien om waterresten te verwijderen.
De motor en de uitlaatdemper reinigen
Houd de motor en de uitlaatdemper vrij van grasresten
en vuil. Grasresten vol olie of brandstof die in contact
komen met de motor, zorgt voor meer kans op brand en
kan ook tot oververhitting van de motor leiden. Laat de
motor afkoelen voordat u die schoonmaakt. Reinigen
met water en een borstel.
Grasresten rond de uitlaatdemper drogen snel en
vormen een brandgevaar. Gebruik een borstel of
verwijder de grasresten met water wanneer de
uitlaatdemper koud is.
Koelluchtinlaat van motor reinigen
•
Zorg dat het koelluchtinlaatrooster niet geblokkeerd
is. Verwijder gras en vuil met een zachte borstel.
1593 - 005 - 25.10.2021
De kappen verwijderen
De voorste afdekking van de stuurkolom
verwijderen en monteren
1. Verwijder de twee schroeven en kantel de voorste
afdekking van de stuurkolom naar voren.
2. Koppel de draden los.
3. Houd de voorste afdekking van de stuurkolom
verticaal en verwijder deze.
4. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
De motorkap openen
1. Verwijder de rubberen riemen aan beide zijden van
de motorkap.
165