Symptoom
De batterij gaat niet lang
genoeg mee.
De camera kan niet worden
ingeschakeld.
Het apparaat schakelt
plotseling uit.
Beelden opnemen
Symptoom
Het onderwerp verschijnt niet
op het LCD-scherm.
Het beeld is onscherp.
Het beeld is te donker.
Het beeld is te licht.
NL
80
Oorzaak
• U neemt beelden op of geeft beelden weer
bij extreem koude temperaturen.
• De batterijen zijn niet voldoende
opgeladen.
• De batterijen zijn onbruikbaar (blz. 96).
• De batterijen zijn niet op de juiste wijze
geplaatst.
• Als u batterijen gebruikt en de camera
gedurende ongeveer drie minuten niet
bedient, wordt de camera automatisch
uitgeschakeld om de batterijen te sparen
(blz. 17).
• De batterijen zijn leeg.
Oorzaak
• De modusschakelaar staat op PLAY.
• Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.
• De levende-natuur-modus is gekozen als
scènekeuzemodus.
• De scherpstelling-voorkeuzefunctie is
gekozen.
• Het LCD-scherm is te donker.
• Het LCD-scherm is te licht.
Oplossing
—
p Laad de batterijen op (blz. 10).
p Vervang de batterijen door nieuwe.
p Plaats de batterijen op de juiste wijze (blz. 13).
p Schakel de camera weer in (blz. 17).
p Vervang de lege batterijen door opgeladen
batterijen (blz. 13).
Oplossing
p Zet de modusschakelaar op STILL of MOVIE
(blz. 24 en 47).
p Zorg bij het opnemen dat u de lens verder van
het onderwerp positioneert dan de kortste
opnameafstand (10 cm) (blz. 35).
p Zet deze in een andere modus. (blz. 33)
p Zet deze op [AUTO] (blz. 36).
p Stel [LCD LIGHT] in op [ON] (blz. 26).
p Stel [LCD LIGHT] in op [OFF] (blz. 26).