NL
Uitgangsvermogen van de verlichting:
• hetzij 5 compacte fluorescentie- of ledlampen
• hetzij 2 voedingseenheden voor laagspannings ledlampen
• hetzij 1 halogeenverlichting van max. 500 W
5.2.5
Contactslot
> Illustratie 18
5.2.6
Antenne
> Illustratie 19
6
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
6.1
Gebruik van de programmeringsinterface
> Illustratie 20
1] Druk gedurende 0,5 seconde op de toets "SET" om de instelmodus te openen.
ð De P0-led knippert 1 keer.
2] Druk op de toets "+" of "-" om de waarde van de instelling te veranderen.
ð De led knippert x keer om de geselecteerde waarde aan te geven.
3] Druk gedurende 0,5 seconde op de toets "SET" om de instelling te bevestigen en naar de volgende in-
stelling te gaan.
ð Als de parameter P3 is geselecteerd, wordt door een druk van 0,5 s op de toets "SET" de instel-
modus verlaten.
4] Druk 2 seconden op de toets "SET" om een w aarde te bevestigen en de instelmodus te verlaten.
ð De ingebouwde verlichting en de instel-leds worden gedoofd.
78
SIMUDRIVE SD100Hz