Aanduiding, [Bereik]
BAS *
2
(lage tonen), [–06 t/m +06]
Instellen van de lage tonen.
MID *
(midden-bereik), [–06 t/m +06]
2
Voor het instellen van de midden-bereik frequenties
voor het geluid.
TRE *
2
(hoge tonen), [–06 t/m +06]
Instellen van de hoge tonen.
FAD *
(fader), [R06 t/m F06]
3
Instellen van het balans tussen de voor- en
achterluidsprekers.
BAL *
4
(balans), [L06 t/m R06]
Instellen van het balans tussen de linker- en
rechterluidsprekers.
S.BS *
2
(super-lage tonen), [S.BS ON of S.BS OFF],
[01 t/m 05, basisinstelling: 03]*
De volle, lage tonen van het geluid blijven behouden,
ongeacht hoe laag het volume is ingesteld.
SUB.W *
1
(subwoofer), [00 t/m 08, basisinstelling: 04]
Instellen van het subwooferuitgangsniveau.
VOL (volume), [00 t/m 30 of 50 *
Instellen van het volume.
*
1
Wordt alleen getoond wanneer "L/O MODE" op
"WOOFER" is gesteld (zie bladzijde 17).
*
2
Na het instellen van de lage, midden-bereik, hoge of
super-lage tonen, worden de gemaakte instellingen
voor de huidige gekozen geluidsfunctie (iEQ), met
inbegrip van "USER", vastgelegd.
*
3
Stel het faderniveau op "00" indien u slechts twee
luidsprekers gebruikt.
*
De instelling heeft geen effect op de
4
subwooferuitgang.
*
5
De super-lage tonen kunnen uitsluitend worden
ingesteld wanneer "S.BS ON" is gekozen.
*
6
Afhankelijk van de ingestelde versterking voor de
versterker. (Zie bladzijde 17 voor details).
5
6
]
Algemene instellingen
— PSM
U kunt de op de volgende tabel aangegeven PSM-
onderdelen (Modus met voorkeursinstellingen)
veranderen.
1
2
Kies een PSM-onderdeel.
3
Stel het gekozen PSM-onderdeel in.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het instellen
van andere PSM-onderdelen indien nodig.
5
Voltooi de procedure.
Vervolg op de volgende bladzijde
15