De menu-instellingen wijzigen
Stand
n
VIDEOKWALITEIT
!
Stelt de videokwaliteit in.
y
BEELDGROOTTE
#
Stelt de beeldgrootte in voor
stilstaande beelden.
# n
BEELDKWALITEIT
Stelt de beeldkwaliteit in.
@
ZOOMEN
!
Stelt de maximale zoom-
verhouding in.
q
STABIEL
!
Compenseert een onvaste
hand.
[
OPHELDEREN
Brengt het onderwerp helderder
in beeld wanneer u opnamen
! #
maakt op plaatsen waar het
donker is. De kleurtinten worden
echter over het algemeen wat
grijs weergegeven.
X
x.v.Color
Neemt video op in het kleurbereik dat
!
kan worden bekeken op een TV-toestel
dat geschikt is voor x.v.Colour™.
o
WINDFILTER
!
Beperkt de geluiden die worden
veroorzaakt door de wind.
DU
Menu's
(Vervolg)
Instellingen: [ ] = Instelling af-fabriek
UXP: extra hoge kwaliteit
Het is aanbevolen de UXP-modus te gebruiken
wanneer u de video naar een BD kopieert. Een
video die in de UXP-modus is opgenomen, kan
niet worden gekopieerd naar een AVCHD-schijf
zonder in te leveren aan videokwaliteit.
[XP]: hoge kwaliteit
SP: standaardkwaliteit
EP: Voor als u gedurende lange tijd opnamen wilt maken
U kunt videobeelden opnemen in High-Definition
(1920 x 1080i) met een van de videokwaliteiten.
OPMERKING
•
Om ruis te voorkomen wordt u geadviseerd de stand UXP of XP in te
stellen wanneer u scènes opneemt met snel bewegende onderwerpen
of extreme wisselingen in helderheid.
•
Een DVD-brander kan geen video opslaan die is opgenomen in de
stand UXP. Gebruik daarvoor een BD-brander.
[1920x1080] / 1440x1080 / 640x480
[FIJN] / STANDAARD
[20X / OPTISCH] / 80X / DIGITAAL / 200X / DIGITAAL
OPMERKING
Optische zoom gaat tot [20X / OPTISCH]. Digitale zoom
wordt gebruikt voor meer dan [20X / OPTISCH] tot de
geselecteerde zoom-verhouding.
UIT: Schakelt de functie uit.
[AAN]: Schakelt de functie in.
OPMERKING
•
Volledige stabilisatie kan onmogelijk blijken te zijn bij een uitzonderlijk
onvaste hand of onder bepaalde opname-omstandigheden.
•
Schakel deze stand uit wanneer u opnamen maakt met
de camcorder op statief.
!
Stand
UIT: Schakelt de functie uit.
AGC: Maakt de scène op een donkere plaats met
elektrisch licht helderder.
[AUTOM]: Maakt de scène automatisch helderder wanneer
het donker is. (Wordt helderder dan [AGC] opgenomen
onder bepaalde omstandigheden.)
#
Stand
UIT: Schakelt de functie uit.
[AGC] : Maakt de scène op een donkere plaats met
elektrisch licht helderder.
[UIT]: Schakelt de functie uit.
AAN: Schakelt de functie in.
[UIT]: Schakelt de functie uit.
AAN: Schakelt de functie in.