Bestanden bij de gebeurtenissen
registreren
Als u een gebeurtenis selecteert waarbij u
het bestand wilt registreren voordat u begint
met het maken van de opnamen, kunt u
bij het weergeven het bestand gemakkelijk
terugvinden.
Voorbereiding:
•
!
Selecteer stand
•
Selecteer de opnamestand.
1
Raak MENU aan.
2
Selecteer [GEBEURT.
REGISTREREN].
3
Selecteer de gebeurtenis.
De geselecteerde gebeurtenis wordt op het
scherm weergegeven.
Het scherm afsluiten
Selecteer [AFSL.].
Zoeken op gebeurtenis
Zie bladzijde 28.
OPMERKING
Wanneer u een bepaalde gebeurtenis
selecteert voor het registreren van een
bestand, blijft de instelling bestaan, ook als u
uw camcorder uitzet.
De stand Gelaatsdetectie inschakelen
Als u deze stand inschakelt, herkent de
camcorder gezichten, past de helderheid erop
aan en stelt scherp op de gezichten zodat
deze scherp worden vastgelegd.
Voorbereiding:
•
Selecteer de stand
•
Selecteer de opnamestand.
.
!
#
of
.
Selecteer
.
De stand Gelaatsdetectie uitschakelen
Selecteer
nogmaals.
Foto-opnamen maken met de stand
Gelaatsdetectie ingeschakeld
1) Houd SNAPSHOT half ingedrukt.
2) Druk op SNAPSHOT.
De zelfontspanner gebruiker in de stand
Gelaatsdetectie
Voorbereiding:
Stel de [ZELFONTSP] in op [GELAATSDETECTIE].
1) Druk op SNAPSHOT.
Gezichten worden gedetecteerd.
2)
De foto wordt 3 seconden nadat het gezicht
van de fotograaf is gedetecteerd, genomen.
OPMERKING
•
Als het LCD-scherm ondersteboven is
gedraaid, wordt
de instelling wanneer het LCD-scherm in de
normale stand staat.
•
U kunt de stand Gelaatsdetectie niet
inschakelen als de [ZELFONTSP] is
ingesteld op [GELAATSDETECTIE]. (Dit is te
zien aan het knipperen
•
Afhankelijk van de omstandigheden, is
het mogelijk dat gezichten niet worden
gedetecteerd.
•
Als de gelaatsdetectie niet correct werkt,
moet u de modus uitschakelen vóór de
opname.
Fotograaf
niet weergegeven. Wijzig
.)
DU