• Controleer of de elektrische onderdelen die u apart hebt aangeschaft (hoofdschakelaars,
circuitonderbrekers, kabels, geleidingsaansluitingen en draadklemmen) overeenkomen met de
elektrische gegevens vermeld in dit document. Controleer ook of de onderdelen voldoen aan de
nationale en lokale voorschriften.
• Raak geen elektrische onderdelen aan binnen drie minuten nadat u de hoofdschakelaar hebt
uitgeschakeld.
• Controleer of de DIP-switches van de unit zijn ingesteld zoals weergegeven in het hoofdstuk
"6.2 DIP-switches en draaischakelaars
• Controleer of de elektrische bedrading van de unit is aangesloten zoals wordt afgebeeld in het
desbetreffende hoofdstuk.
• Controleer of de bedrading goed is aangebracht om problemen met trillingen, ruis en gebroken
bedrading te vermijden.
7.2.3 Het hydraulische circuit (voor verwarming en warmwaterketel)
controleren
• Controleer of het circuit goed schoongespoeld en met water gevuld is en dat u de installatie
hebt laten leeglopen. De druk in het verwarmingscircuit moet 1,8 bar zijn.
• Controleer het watercircuit op lekkages. Kijk vooral de aansluitingen van de waterleidingen
goed na.
• Controleer of het interne watervolume correct is.
• Controleer of de kleppen van het hydraulische circuit open zijn.
• Controleer of de aanvullende waterpompen (WP2 en/of WP3) correct aangesloten zijn op het
klemmenbord.
!
LET OP
• Het bedienen van het syteem wanneer de kleppen gesloten zijn, leidt tot schade aan de unit.
• Controleer of de luchtaflaatklep open is en of alle lucht uit het hydraulisch circuit is gelaten. De
installateur is verantwoordelijk voor het volledig aflaten van alle lucht uit de installatie.
• Houd er rekening mee dat de wateraansluitingen in overeenstemming met de plaatselijke
voorschriften moeten zijn.
• Wanneer u de elektrische verwarming bedient wanneer deze niet volledig met water is gevuld,
raakt de verwarming beschadigd.
• Raadpleeg hoofdstuk
aanbevelingen.
7.2.4 Het koudemiddelcircuit controleren
• Controleer of de afsluitkleppen van de gas- en vloeistofleidingen volledig openstaan.
• Controleer de binnenkant van de unit op lekkage van koudemiddel. Als u een lekkage
ontdekt, neem dan contact op met de distributeur.
• Raak geen onderdelen aan de zijde van de uitlaatgassen aan met uw hand. De compressorkamer
en de leidingen aan de uitlaatzijde bereiken een temperatuur van meer dan 90 °C.
• DRUK NIET OP DE KNOP VAN DE MAGNEETSCHAKELAAR(S), dit veroorzaakt ernstige ongelukken.
• Controleer of er geen koelmiddel lekt. De opgetrompte moeren raken soms los door trillingen
tijdens het transport.
PMML0600 rev.0 - 07/2022
instellen".
"Afvoer en waterleidingen"
voor meer informatie over de eisen en
7
98