!
LET OP
• Voeg geen glycol toe dat aan de lucht is blootgesteld, aangezien glycol water uit de omgeving
opneemt. De uiteindelijke glycolconcentratie kan lager zijn dan verwacht, waardoor het systeem
kan bevriezen.
• Bij toevoeging van glycol kan corrosie ontstaan. Dit kan het systeem ernstig kan beschadigen.
Ongeremde glycol met zuurstof kan zuur worden en metalen oppervlakken aantasten, waardoor
galvanische roestcellen worden veroorzaakt. De installateur moet een gekwalificeerde
waterspecialist zijn en beslissen welke antivriesoplossing nodig is voor de omstandigheden ter
plaatse. Er moeten corrosieremmers geselecteerd worden om de zuren die gevormd worden door
de glycoloxidatie tegen te gaan. Corrosieremmers met een beperkte levensduur of die silicaten
bevatten zijn verboden. Gegalvaniseerde leidingen moeten vermeden worden omdat ze remmers
kunnen doen neerslaan. Volg bij het gebruik van remmers altijd de instructies van de fabrikant en
controleer of het product geschikt is voor de in het watercircuit gebruikte materialen.
• Door glycol aan het watercircuit toe te voegen, vermindert het maximaal toegelaten watervolume
van het systeem en ook de capaciteit. Raadpleeg voor meer informatie de technische catalogus.
5.5.7 Isolatie
De leidingen van het watercircuit moeten worden geïsoleerd om condensatie te voorkomen en
warmteverlies te beperken.
Voor buitenwaterleidingen is de aanbevolen isolatiedikte afhankelijk van de leidinglengte. De
aanbevolen diktes voor een isolatie van ʎ=0,039W/mK staan in onderstaande tabel.
Leidinglengte (mm)
20 - 30
30 - 40
40 - 50
5.5.8 Water bijvullen
1 Controleer of een terugslagklep (ATW-WCV-01, meegeleverd) met afsluitklep (niet-
meegeleverd) is aangesloten op het watervulpunt (aansluiting van de waterinlaat), voor het
vullen van het hydraulische circuit van de verwarming (zie
2 Controleer of alle kleppen open staan (waterinlaat- en wateruitlaatkleppen en alle andere
kleppen op het verwarmingssysteem).
3 Verifieer dat de ontluchtingskleppen van de unit en de installatie goed werken.
4 Sluit een afvoerleiding aan de veiligheidsklep en verifieer dat deze goed aan het
algemeen afvoersysteem is aangesloten. De veiligheidsklep wordt later gebruikt als een
ontluchtingsysteem tijdens het vullen van het circuit met water.
5 Vul het verwarmingscircuit met water totdat de manometer een druk van ongeveer 1,8 bar
aangeeft.
OPMERKING
We raden ten sterkste aan om tijdens het vullen van het systeem met water de veiligheidsklep
handmatig te bedienen om de lucht af te laten.
PMML0600 rev.0 - 07/2022
< 20
Minimum isolatiedikte (mm)
19
32
40
50
"5.2 Aftappen van de
buitenunit").
5
55