3 Veiligheidsinstructies
2
Vóór het gebruik in acht nemen!
•
De handleiding bevat informatie en instructies, die noodzakelijk zijn voor een
veilige bediening en gebruik van het instrument. Vóór het gebruik van het
instrument moet de handleiding aandachtig gelezen en op alle punten
gevolgd worden. Houd deze documentatie altijd binnen handbereik, zodat u
indien nodig snel zaken kunt opzoeken. Geef deze documentatie altijd door
aan eventuele latere gebruikers van het instrument.
•
Als de handleiding niet wordt gevolgd of indien u verzuimt om de
waarschuwingen en instructies in acht te nemen, dan kan dit
levensgevaarlijke verwondingen van de gebruiker en beschadigingen van het
instrument tot gevolg hebben.
3
Veiligheidsinstructies
•
Het instrument mag alleen door geschoold personeel worden gebruikt. Neem
bij alle activiteiten de voorschriften voor veiligheid op het werk en ter
bescherming van de gezondheid van de ongevallenverzekeringen in acht.
•
Volgens de beschrijving van de DIN VDE 0104 is dit instrument niet toegelaten
voor het vaststellen van de spanningsvrijheid.
•
Om een elektrische schok te vermijden moeten de voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen, als er met spanningen hoger dan 60 V DC of 30 V AC
wordt gewerkt. Deze waarden vormen volgens DIN VDE de grens van de
spanningen die nog kunnen worden aangeraakt (waarden tussen haakjes
gelden voor een aantal beperkte omgevingen, bijvoorbeeld in de landbouw).
•
Het meetinstrument mag alleen worden ingezet met een nominale spanning
van 600 V (testo 770-1/ -2/ -3 (0590 7703)) en 1000 V (testo 770-3
(0590 3770)).
•
Metingen in gevaarlijke nabijheid van elektrische installaties mogen alleen
volgens instructies van een verantwoordelijke elektricien en niet alleen
worden uitgevoerd.
•
Het instrument mag alleen worden vastgepakt aan de daartoe voorziene
grepen, de indicatie-elementen mogen niet worden afgedekt.
•
Als de veiligheid van de bediener niet meer gegarandeerd is, dan moet het
instrument buiten bedrijf gesteld en tegen ongewild gebruik beveiligd
worden. Dit is het geval, indien het instrument:
•
duidelijke beschadigingen vertoont
-
breuken aan de behuizing
-
defecte meetleidingen
-
uitgelopen batterijen
•
de gewenste metingen niet meer uitvoert
•
te lang onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen
•
tijdens het transport was blootgesteld aan mechanische belastingen.
•
Niet gebruiken tijdens elektrische stormen of nat weer.
•
Verwarming van het instrument door direct zonlicht vermijden. Alleen zo kan
een foutloze werking en een lange levensduur van het instrument worden
gegarandeerd.
•
Als het noodzakelijk is om het instrument te openen, dan mag dit alleen
worden uitgevoerd door een vakman. Vóór het openen moet het instrument
4