7.2.2.2
Handmatige meetmodus
Voor elke
gezet met
✓
Instrument bevindt zich in de automatische meetmodus
AUTO
µA-meetmodus beëindigen:
1.
2.
Wisselen tussen
-
De gemeten waarde wordt in het LC-display weergegeven.
Wisselen naar de automatische meetmodus:
-
Het instrument bevindt zich in de automatische meetmodus, wanneer
in het LC-display oplicht.
7.3
Spanningsmeting
Bij het meten van AC-spanning wordt gelijktijdig de frequentie gemeten
en in de betreffende regel in het LC-display weergegeven.
7.3.1
Automatische meetmodus
1.
Instrument inschakelen: Draaischakelaar op
-
Het instrument is ingeschakeld.
-
Het instrument bevindt zich in
2.
Meetleidingen aansluiten: Zwarte meetleiding aan zwarte bus, rode
meetleiding aan rode bus. Vervolgens meetleidingen verbinden met het
testobject.
-
De gemeten waarde wordt in het LC-display weergegeven.
7.3.2
Handmatige meetmodus
✓
Instrument bevindt zich in de automatische meetmodus
AUTO
V-Meetmodus beëindigen:
1.
2.
Wisselen tussen
-
De gemeten waarde wordt in het LC-display weergegeven.
3.
Wisselen naar de automatische meetmodus:
-
Het instrument bevindt zich in de automatische meetmodus, wanneer
in het LC-display oplicht.
DC
stroommeting moet het instrument altijd op nul worden
[
]
voordat er gemeten wordt.
µA AC
µA
DC:
en
AUTO
V AC
V
DC:
[
en
7 Meting uitvoeren
[
]
<1 s indrukken.
[
]
<1 s indrukken.
[
]
>2 s indrukken.
zetten.
V-modus.
[
]
<1 s indrukken.
]
<1 s indrukken.
[
AUTO
µA.
AUTO
AUTO
V.
]
>2 s indrukken.
AUTO
19