7 Meting uitvoeren
7.4
Meten van weerstand, capaciteit, doorgang
en diodentest
WAARSCHUWING
Ernstig verwondingsgevaar van de gebruiker en/of vernietiging van het
instrument tijdens de weerstandscontrole.
> Testobject moet spanningsvrij zijn.
Externe spanningen vervalsen het meetresultaat.
7.4.1
testo 770-1/-2
7.4.1.1
Handmatige meetmodus
1.
Instrument inschakelen: Draaischakelaar op
-
Het instrument is ingeschakeld.
2.
Meetleidingen aansluiten: Zwarte meetleiding aan zwarte bus, rode
meetleiding aan rode bus. Vervolgens meetleidingen verbinden met het
testobject.
Het instrument bevindt zich in de Ω-meetmodus.
-
3.
Wisselen tussen weerstand, doorgang, diodentest en capaciteit:
[
]
<1 s indrukken.
-
De gemeten waarde wordt in het LC-display weergegeven.
7.4.2
testo 770-3
7.4.2.1
Automatische meetmodus
Automatische herkenning voor weerstand en doorgang.
Voor diodentest en capaciteit naar de handmatige meetmodus gaan.
1.
Instrument inschakelen: Draaischakelaar op
-
Het instrument is ingeschakeld.
2.
Meetleidingen aansluiten: Zwarte meetleiding aan zwarte bus, rode
meetleiding aan rode bus. Vervolgens meetleidingen verbinden met het
testobject.
-
Het instrument bevindt zich in de
-
Het instrument herkent weerstand en continuïteit en past automatisch het
meetbereik aan.
-
De gemeten waarde wordt in het LC-display weergegeven.
20
zetten.
zetten.
AUTO
RCDC-meetmodus.