FUNCTIES: OPLAADMODELLEN
Bij de besturingsmodellen VWSmZ en RWS is de correcte
berekening van de looptijd
elektronische imitatie van) het historische uurloopwerk van
essentieel belang. Het loopwerk wordt met het signaal LL aan
het begin van de nachtlaadtijd gestart en na afloop van E13
gestopt totdat er opnieuw wordt gestart.
In geval van stroomuitval wordt de status van het loopwerk
door het stuurapparaat precies op tijd gereconstrueerd
18 | EAC 5
d.w.z. de stand van (de
vanuit de laatste start van LL en de huidige tijd. Mocht het
stuurapparaat vanwege langdurige stroomuitval (bijv.
zomeruitschakeling) zijn tijd hebben verloren, dan kan naast
de tijd ook de huidige looptijd handmatig worden ingesteld.
Vanwege hun vaste structuren en het gebruik bij de
(RWS) resp. nauwelijks (VWS) te gebruiken in combinatie met
warmteniveaus gedurende de dag.
De in de norm extra genoemde parameters E1 (configuratie),
E2 (verwarmingsbegin) en E15 (basislading) definiëren de
verwarmingskarakteristiek van de installatie en gelden voor
alle laadmodellen. Ze hebben daarom invloed op de
warmtevraag.
Statussen
De mogelijke systeemstatussen van deze modellen zijn:
UIT: Laadmodel niet geactiveerd (geval van een storing)
Nachtbedrijf: looptijd E12, LF niet ingesteld
Nachtvrijgave: looptijd E12, LF ingesteld, geen
oplading
Nachtoplading: looptijd E12, LF ingesteld, oplading
actief
Dagbedrijf: looptijd E12, LF/LZ niet ingesteld
zijn deze modellen niet
www.stiebel-eltron.com