FUNCTIES: LAADVRIJGAVE
Laadvrijgave
De laadvrijgave berekent op basis van de vrijgave-informatie
van
de
distributienetbeheerder
warmteaccumulator mag worden opgeladen.
Hiervoor gebruikt de oplaadbesturing de in de norm DIN EN
50350 gedefinieerde signalen LF, LZ en LL, die doorgaans
worden gegeven door een toonfrequentontvanger of een
schakelklok ter plekke.
Deze vrijgavesignalen hebben de volgende functies:
LF: standaard laadvrijgave voor de hoofdlaadtijd (bij oude
vrijgavetijden de 8-uurs nachtoplading) of de bijlaadtijd
tegen laag tarief
LZ:
evt. ook tegen hoog tarief, signaal wordt niet door alle
distributienetbeheerders gebruikt.
LL: Start loopwerk, waarmee de tijdfuncties van de
modellen RWS en VWSmZ worden gestart; signaal wordt
slechts door enkele distributienetbeheerders apart
verzonden.
Voor wat betreft het gebruik van deze signalen moeten in
ieder geval de technische aansluitvoorwaarden (TAB) van de
verantwoordelijke netbeheerder worden opgevolgd.
14 | EAC 5
Vrijgavegeheugen
Opdat er voor de zelfaanpassende oplaadmodellen een
toekomstige reeks vrijgavetijden beschikbaar is, worden de
wanneer
de
vrijgavesignalen bij dit gebruik voor de afgelopen 24 uur
opgeslagen in een 15-minuten-raster, omdat mag worden
verwacht dat de vrijgavetijden zich in de komende 24 uur op
dezelfde manier zullen herhalen.
Attentie: Omdat dit niet of slechts in beperkte mate geldt
voor vrijgaven die afhankelijk zijn van de buitentemperatuur
resp. van week- en feestdagen, is deze functie niet geschikt
voor zulke vrijgaven van de distributienetbeheerder. In deze
gevallen kan doorgaans slechts het klassieke model VWSoZ
worden gebruikt. Bij wijze van alternatief kunnen bij de
netbeheerder vaste vrijgavetijden worden aangevraagd.
Koppeling LF-LL
Aangezien bij vrijwel alle distributienetbeheerders de
signalen LF en LL tegelijkertijd worden afgegeven (voor zover
LL überhaupt wordt overgedragen), heeft het stuurapparaat
een interne koppelfunctie, die uit de ingang LF niet alleen het
signaal LF, maar ook het signaal LL genereert. Deze koppeling
kan via een parameter worden uitgeschakeld en op de ingang
LX worden gelegd om het apparaat een gescheiden signaal
LL te geven. Voor de zelfaanpassende oplaadmodellen is LL
niet nodig.
www.stiebel-eltron.com