Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellen van de spuitpomp

7.1.2 Occlusieniveau

Er zijn elf occlusieniveaus beschikbaar (fabrieksinstelling is
niveau 6). Tabel 7-1 Relatie tussen occlusieniveau en druk
Occlusie
Display
niveau
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
P 10
11
P 11
VOORZICHTIG:
Wanneer een occlusiealarm afgaat, draait de motor automatisch omgekeerd om de druk in
de buis te verminderen (Anti-Bolus), zodat er geen extra bolus geïnfundeerd zal worden
terwijl het occlusiealarm wordt afgezet. Wanneer een occlusiealarm afgaat, draait de motor
automatisch omgekeerd om de druk in de buis (Anti-Bolus) te verminderen, om te
voorkomen dat extra hoeveelheden pillen aan een patiënt worden toegediend nadat het
occlusiealarm is opgeheven. Wanneer de buisdruk daalt tot 20% van de occlusiedruk stopt
Anti-Bolus automatisch.
Wanneer u een viskeuze oplossing toedient met de instelling Occlusieniveau onder 4 en de slang leeg is,
gaat meestal het occlusiealarm af. Let goed op het
informatiegedeelte en verander het occlusieniveau als meer dan 2 balken oplichten.
Wanneer u de pomp bedient met de instelling Occlusieniveau boven 8, loopt de druk in de
leiding aanzienlijk op tot er een Occlusiealarm afgaat. Zorg er altijd voor dat de infuuslijn
stevig is verbonden met de spuit.
Een occlusiealarm kan ontstaan wanneer een vloeistof met hoge viscositeit tegen een hoge
snelheid via een dunne intraveneuze naald wordt ingespoten. Verhoog in dat geval het
occlusieniveau of verlaag de infusiesnelheid.
Druk
(mmHg)
P 1
225
P 2
300
P 3
375
P 4
450
P 5
525
P 6
600
P 7
675
P 8
750
P 9
825
900
975
28 / 55
Druk
Druk (bar)
(Kpa)
30
0,3
40
0,4
50
0,5
60
0,6
70
0,7
80
0,8
90
0,9
100
1
110
1,1
120
1,2
130
1,3
symbool in het bovenste
Druk
(psi)
4,35
5,8
7,25
8,7
10,15
11,6
13,05
14,5
15,95
17,4
18,85

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave