Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
⚫
Breng de spuitpomp niet onder in een autoclaaf.
⚫
Controleer alvorens de interne batterij te gebruiken of er voldoende vermogen
beschikbaar is. Laad de batterij op indien nodig.
⚫
Zorg ervoor dat er voor gebruik een batterij in de spuitpomp is geïnstalleerd. Anders kan het
systeem stoppen met werken zonder een alarm te geven wanneer de externe voeding wordt
onderbroken door een stroomstoring of kortsluiting, waardoor er een onveilige toestand
ontstaat.
⚫
Als de spuitpomp om onbekende redenen niet kan werken zoals beschreven in deze
handleiding, stop ze dan en meld de details (inclusief spuit, infusiestroom, serienummer van
de spuitpomp en type infusievloeistof) aan uw lokale verdeler of onze klantenservice.
⚫
Demonteer de spuitpomp niet en zet ze niet weer in elkaar.
⚫
Er kan kortsluiting ontstaan door wanneer er vloeistof in het AC-stopcontact, de USB-
aansluiting of de aansluiting voor de verpleegoproepknop dringt. Controleer tijdens het
aansluiten van de voedingskabel of de verbindingsonderdelen droog zijn. Als er vloeistof op
de spuitpomp terechtkomt, reinigt u de pomp met een droge doek en gebruikt u de pomp pas
na controle door het onderhoudspersoneel.
⚫
De maximale temperatuur in het aangebrachte deel van de pomp kan 42,2 °C bereiken
wanneer de pomp continu onder de hoogste omgevingstemperatuur en bij de hoogste
infusiesnelheid werkt.
⚫
De hoogste druk aan het uiteinde van de infuusslang kan bij occlusie oplopen tot
3000 mmHg.
⚫
De vertragingstijd tussen het begin van de alarmconditie en de weergave van het alarm
bedraagt maximaal 150 ms.
5 / 55