Hydraulische vloeistof
verversen en filter vervangen
Het filter vervangen en de olie verversen moet op hetzelfde
moment gebeuren. De olie niet hergebruiken. Zodra het
nieuwe filter is geplaatst en de olie is toegevoegd moet het
systeem worden ontlucht.
Het ontluchtingsproces moet worden herhaald tot de olie
tot de VOL KOUD-streep in de tank reikt. Als deze
procedure niet goed wordt uitgevoerd, kan dit leiden tot
onherstelbare schade aan het transaxlesysteem.
Filters uit het hydraulische systeem
verwijderen
1. Zet de motor af, wacht tot alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen en laat de motor afkoelen.
Verwijder het sleuteltje en stel de parkeerrem in
werking.
2. Locatie van het filter en de beschermingen op elk
transaxle-aandrijfsysteem (Figuur 68). Verwijder de
drie schroeven waarmee de filterbeschermingen zijn
bevestigd.
5
3
4
G017444
Rechterkant getoond
1. Transaxle-aandrijving
2. Oliefilter
3. Filterbescherming
3. Reinig voorzichtig de omgeving van de filters. Het is
zeer belangrijk dat er geen vuil of verontreiniging in het
hydraulische systeem terechtkomt.
4. Plaats een opvangbak onder het filter om de olie
op te vangen die wegloopt zodra het filter en de
ontluchtingspluggen worden verwijderd.
5. Verwijder de ontluchtingsplug op elke transmissie
6. Schroef het filter los om deze te verwijderen laat de olie
uit het aandrijfsysteem lopen.
Figuur 68
4. Schroeven
5. Ontluchtingsplug
Herhaal deze procedure voor beide filters.
Hydraulische filter monteren
Onderhoudsinterval: Na de eerste 50 bedrijfsuren
Om de 400 bedrijfsuren
1
3
5
1
2
1. Breng een dun laagje olie aan op de rubberen pakking
van elk filter.
2. Draai het filter rechtsom totdat de rubberen pakking
contact maakt met het filtertussenstuk en zet het filter
vervolgens nog een extra 3/4 toto volledige slag vast.
Herhaal dit bij het andere filter
3. Monteer de filterbescherming terug op de plaats waar
deze eerder verwijderd is. Gebruik de drie schroeven
om de filterbescherming te monteren.
4. Controleer of de ventilatiepluggen zijn verwijderd
voordat u olie gaat bijvullen.
5. Giet langzaam de gespecificeerde olie in de
expansietank totdat er olie uit een van de openingen
voor de ontluchtingspluggen komt. Stop met olie
bijgieten en monteer deze ontluchtingsplug. Draai de
plug vast met een torsie van 20,3 Nm.
6. Ga verder met het vullen van de expansietank tot er
olie uit de andere ontluchtingsplug van de tweede
transmissie komt. Stop met olie bijgieten en monteer
48
2
4
6
3/4
Figuur 69
G008748